"Water binnen 10 jaar prangender probleem dan mest"
nieuwsEén van de eye-catchers bij de opmaak van MAP3 is de vraag of varkensbedrijven die hun mest op een verantwoorde manier afzetten of verwerken, zonder enige beperking verder mogen blijven groeien. 35,6 procent van de Boerenbond-leden is er alvast niet mee akkoord. Slechts 39,3 procent denkt overigens dat het mestprobleem tegen 2016 zal opgelost zijn. Toch denkt 65,4 procent dat binnen tien jaar meer over water dan over mest zal gepraat worden.
Erg prangend is het probleem van de ruimtelijke ordening: 58,5 procent van de respondenten stelt dat zijn bedrijfsontwikkeling volledig dreigt vast te lopen op de milieuwetgeving en een gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden. 4 boeren en tuinders op de 10 gelooft niet dat de afbakening van 750.000 ha agrarisch gebied de landbouwgrond het komende decennium volledig zal veiligstellen. Voor het groeperen van serres in aparte zones is het enthousiasme eerder lauw: 36,3 procent ziet er heil in.
De Vlaamse boeren en tuinders hebben gemengde gevoelens bij de richting die de plattelandsontwikkeling de agrarische sector wil uitsturen. 55,1 procent wijst de stelling af dat er een maximale scheiding moet komen tussen landbouw en natuur. Slechts een kwart van de boeren is hier voorstander van. Anderzijds noemt ruim driekwart van de land- en tuinbouwers de biologische sector géén volwaardig alternatief. De meerderheid ziet ook geen kansen voor de landbouw in het nochtans flink groeiende plattelandstoerisme.
Meer dan twee derde van de boeren en tuinders vindt dat de agrarische sector moet vooroplopen in het toepassen van nieuwe technologieën. Maar daarmee wordt niet het onderzoek naar GGO's bedoeld. Slechts 3 agrariërs op 10 vinden dat ze daar als sector mee moeten in investeren. Terwijl de Waalse boeren er op de landbouwbeurs van Libramont het hoofdthema van maakten, vindt de doorsnee land- en tuinbouwer niet dat de huidige sanitaire verplichtingen veel te streng zijn: slechts 39,5 procent meent dat dit wel het geval is.
Een kwart is nog van oordeel dat de consument zich helemaal niet te moeien heeft met de manier waarop ons voedsel geproduceerd wordt. 7 boeren op 10 begrijpen dat het in de toekomst de grote distributieketens zullen zijn die de kwaliteitsnormen opleggen. 54,8 procent zegt liever te leveren aan een coöperatie dan rechtstreeks aan de verwerkende industrie of de distributiesector. Slechts 1 boer op 5 denkt het tegenovergestelde.