Vrijspraak gevraagd voor salmonellabesmetting van dierlijk vet
nieuwsIn het slachthuis wordt dierlijk vet gesmolten en daarna verkocht aan veevoederfabrikanten. Bij een monstername van het vloeibaar vet werd op 2 december 1999 salmonella vastgesteld. Volgens de verdediging was het vet in de container niet besmet met salmonella, want het wordt gesmolten bij een temperatuur van 100 graden. De salmonellabacterie sterft bij 65 graden, aldus de advocaat van de beschuldigde.
Volgens hem lag de oorzaak bij een kraan op een van de vetcontainers. Langs die kraan werd het staal afgetapt. Maar bij de afname van het monster werd die kraan onvoldoende opgewarmd, zodat het staal besmet kon raken met de salmonellabacterie, verklaarde de verdediging.
De rechtbank doet uitspraak op 14 februari.