nieuws

Vlaanderen meet zich als topregio voor landbouw met EU

nieuws
In 2020 moet Vlaanderen een performante landbouw hebben die kan wedijveren met de Europese landbouweconomische topregio’s. Een vergelijking met de andere Europese lidstaten leert dat de Vlaamse en Belgische landbouw voor de meeste indicatoren erg performant voor de dag komt.
21 maart 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:59

Het Vlaamse toekomstplan 'Vlaanderen in Actie' bevat ook een doelstelling voor landbouw. In 2020 moet Vlaanderen een performante landbouw hebben die kan wedijveren met de Europese landbouweconomische topregio’s. Een vergelijking met de andere Europese lidstaten leert dat de Vlaamse en Belgische landbouw voor de meeste indicatoren erg performant voor de dag komt.

Om de 'Vlaanderen in Actie'-doelstelling voor landbouw op te volgen, vergelijkt het Departement Landbouw en Visserij jaarlijks de Vlaamse landbouw met die van andere Europese lidstaten op basis van acht (bedrijfs)economische indicatoren. Het nieuwe rapport is het tweede in de reeks en presenteert de Europese cijfers voor 2006 en 2007. Hiermee wil de landbouwadministratie een zinvolle en werkbare EU-benchmarking presenteren voor de Vlaamse landbouw.

In vergelijking met de andere lidstaten komt de Vlaamse en Belgische landbouw voor de meeste indicatoren als erg performant voor de dag. Voor het netto bedrijfsinkomen en het netto bedrijfsinkomen per voltijdse familiale arbeidskracht komt Vlaanderen op de eerste plaats in de EU. De netto toegevoegde waarde per voltijdse arbeidskracht (plaats 3), de productiviteit (plaats 4) en het rendement op activa (plaats 5) vallen ook netjes binnen de top vijf. De netto toegevoegde waarde per bedrijf valt daar net buiten met een zesde plaats, maar dat blijft eervol aangezien alleen Nederland en Denemarken en een paar landen met gemiddeld erg grote bedrijven beter doen.

De solvabiliteit en de schuldgraad geven volgens de afdeling Monitoring en Studie (AMS) weer dat er stevig geïnvesteerd wordt in de Vlaamse landbouw. Voor solvabiliteit staat Vlaanderen rond de twintigste plaats, voor schuldgraad rond de achtste. "Op zich geen slechte zaak en vooral een uiting van de wil om te ondernemen en te innoveren", legt senior beleidsadviseur van AMS Dirk Bergen uit. "Het maakt de landbouwbedrijven uiteraard wel kwetsbaarder in economisch slechtere tijden en moet daarom zeker een aandachtspunt zijn."

Het tweede gedeelte van het rapport gaat dieper in op dezelfde economische indicatoren voor Vlaanderen voor de periode 2005-2008 en voor de belangrijkste bedrijfstypes. Op basis van vier van de indicatoren (netto bedrijfsinkomen per voltijdse familiale arbeidskracht, productiviteit, solvabiliteit en rendement op activa) bepaalde AMS ook de performantie van die types. Het bedrijfstype blijvende teelten komt over de beschouwde periode als beste uit de bus, gevolgd door de bedrijfstypes akkerbouw en melkvee. Daarna volgen tuinbouw, varkens/pluimvee en gemengde bedrijven. Het bedrijfstype rundvee sluit de rij.

AMS besluit met de opmerking dat het essentieel is bij dit soort vergelijkingen om te beseffen dat de gemiddelde waarden per land het relatieve belang verhullen van de verschillende bedrijfstypes in een bepaalde lidstaat. Bovendien verhullen ze de nog veel grotere verschillen tussen individuele bedrijven.

Meer info: EU-benchmarking van de Vlaamse landbouw

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek