Vlaanderen investeert in vorming groenvoorzieners

Het Praktijkcentrum voor de Sierteelt in het Oost-Vlaamse Destelbergen gaat tuinaannemers en groenvoorzieners nog beter vormen en hen betrekken bij het waarnemingen- en waarschuwingensysteem dat milieuvriendelijke bestrijding van ziekten en plagen mogelijk maakt. Minister-president Kris Peeters trekt daarvoor 50.000 euro extra uit.

Vlaams minister-president Kris Peeters bracht een bezoek aan het Praktijkcentrum voor de Sierteelt in Destelbergen, waar een praktijkvorming werd gegeven voor tuinaannemers en groenvoorzieners. Hoewel het onderzoekscentrum gespecialiseerd is in praktijkonderzoek voor de sierteelt bestaat er sinds 2008 een specifieke afdeling voor de groenvoorziening. Bedoeling is dat groenvoorzieners, zowel actief in de openbare als de privé-sector, er terecht kunnen met teelttechnische vragen en praktische ondersteuning bij de aanleg en het onderhoud van groenaanplantingen.

Tijdens zijn bezoek kondigde minister-president Peeters aan dat hij dit jaar 50.000 euro uittrekt om de specifieke werking rond de groenvoorziening te ondersteunen. Dit komt bovenop de 470.000 euro aan werkingsmiddelen die de Vlaamse overheid jaarlijks toekent aan het Praktijkcentrum voor de Sierteelt.

Met de middelen zullen specifieke opleidingen en demonstraties worden georganiseerd zodat groenvoorzieners bijvoorbeeld onkruiden, ziekten, plagen en invasieve planten leren herkennen. Anderzijds zullen zij met de extra middelen ook actiever betrokken worden bij het waarnemingen- en waarschuwingensysteem, dat reeds van toepassing is in de land- en tuinbouwsector. Dit systeem is er op gericht om, op basis van een reeks waarnemingen bij telers, het ideale bestrijdingsmoment aan te geven voor welbepaalde schadelijke organismen, en dit op de meest duurzame manier.

Door Europese wetgeving moeten tegen 2014 alle professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen de principes van geïntegreerde gewasbescherming toepassen. Dit steunt op preventie en observatie van zowel plagen als natuurlijke vijanden. “Een ruime kennis van plaagorganismen, de natuurlijke vijanden en de impact van de beschikbare gewasbeschermingsmiddelen en systemen is hierbij meer dan ooit belangrijk”, merkt Peeters op.

“Met de extra middelen van de Vlaamse overheid moet het Praktijkcentrum voor de Sierteelt in Destelbergen er in slagen om, naast onze land- en tuinbouwbedrijven, ook de bedrijven en diensten actief in de groenvoorziening de principes van milieuvriendelijke geïntegreerde bestrijding te laten toepassen”, aldus de minister-president. Er zijn in Vlaanderen zo’n 3.300 tuinaannemers. Daarnaast beschikken heel wat gemeenten en steden over flink uitgebouwde groendiensten.