nieuws

Vlaams mestoverschot blijft dalen

nieuws
Het mestoverschot in Vlaanderen blijft verder dalen. Dat blijkt uit het Voortgangsrapport 2005 dat de Mestbank donderdag voorstelde op een persconferentie. De afbouw van de mestoverschotten heeft echter de neiging om te stagneren. "Wanneer een probleem kleiner wordt, verdwijnen een aantal stimulansen", aldus afdelingshoofd Dirk Struyf van de Mestbank.
17 november 2005  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:31
Het mestoverschot in Vlaanderen blijft verder dalen. Dat blijkt uit het "Voortgangsrapport 2005" dat de Mestbank donderdag voorstelde op een persconferentie. Toch vertoont de daling de neiging om te stagneren.

In het rapport maakt de Mestbank een jaarlijkse stand van zaken op over het mestoverschot in Vlaanderen. Vlaanderen probeert al sinds 1991 om dat overschot terug te dringen. Een teveel aan mest komt namelijk in het grond- en oppervlaktewater terecht en veroorzaakt zware watervervuiling. Uit cijfers blijkt dat 40 procent van het grond- en rivierwater in Vlaanderen te veel nitraten uit mest bevat.

Die nitraten zijn samen met fosfaten de belangrijkste bestanddelen van mest. Het overschot aan fosfaten daalden van 35 miljoen kilogram in 1998 naar 4,5 miljoen kilogram in 2004. Het teveel aan nitraten zakte van 56 miljoen kilogram in 1998 naar 18 miljoen kilogram in 2004. Dat is in vergelijking met het jaar daarvoor een daling met 1,5 miljoen kilogram voor de fosfaten en 3 miljoen kilogram voor de nitraten.

Die daling is volgens de Mestbank vooral het gevolg van een strenger mestbeleid. Dat mestbeleid is gestoeld op drie pijlers: aanpak aan de bron, verwerking en export, en een optimalere invulling van de bemestingsnormen. Vooral de aanpak aan de bron, bijvoorbeeld via milieuvriendelijke voeders en in mindere mate via de warme sanering en natuurlijke afvloeiing, blijkt succesvol.

Desalniettemin stagneert de daling van het mestoverschot en is die minder sterk dan in 2003. Zo daalde in het mestoverschot voor fosfaten toen met 6 miljoen kilogram (1,5 miljoen kg in 2004), het aandeel nitraten met 9 miljoen kilogram (3 miljoen kg in 2004). De reden daarvoor is volgens Dirk Struyf, afdelingshoofd van de Mestbank en voorzitter van de stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, dat "men een beetje op de limiet zit".

De rek is een beetje uit de milieuwinst die kan geboekt worden met fosforarme voeders. Daarnaast zijn er, aldus Struyf, ook minder stimulansen om de productie te laten dalen dan vroeger. Hoe groter een probleem, hoe meer inspanningen geleverd worden om het op te lossen. Nu de mestoverschotten geslonken zijn, is het minder evident om bijvoorbeeld te investeren in mestverwerking. Boeren die rekenen op een versoepeling van de mestverwerkingsplicht kijken eerder de kat uit de boom, luidt het.

Het rapport werd woensdag, samen met de aanbevelingen van de stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, overhandigd aan Vlaams milieuminister Kris Peeters, die het zal gebruiken als beleidsvoorbereidend document voor het derde Mestactieplan. Het is het tweede jaar op rij dat de stuurgroep aanbevelingen formuleert. Ze raadt onder meer aan het mestbeleid jaarlijks te evalueren, het nieuwe Mestactieplan in één beweging en niet in stappen door te voeren, de landbouwers meer verantwoordelijkheid te geven en de controles op de uitrijregeling van vloeibare mest te verscherpen.

Meer informatie: Voortgangsrapport 2005

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek