Vergroening EU-landbouwbeleid verdeelt de SALV-leden
nieuwsDe Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) pleit voor meer ambitie in het Europees landbouwbeleid wat het realiseren van een correcte marktprijs voor landbouwproducten betreft. Over de vergroening van het landbouwbeleid raakten de landbouw- en natuurorganisaties het na acht overlegmomenten niet eens. Zeven procent ecologisch focusgebied is moeilijk voor de één en belangrijk voor de ander.
In oktober 2011 maakte EU-commissaris Dacian Ciolos de voorstellen van de Europese Commissie voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) 2014-2020 bekend. Daarin is vooral veel aandacht voor een billijkere verdeling van de Europese landbouwmiddelen onder alle EU-lidstaten. Dat principe wordt onderschreven door de SALV, maar de wijze van herverdeling houdt naar verluidt onvoldoende rekening met de hoge kosten in Vlaanderen voor bijvoorbeeld arbeid en grond.
“Landbouwers zouden in de eerste plaats via de markt vergoed moeten worden voor de geleverde producten en diensten”, aldus de SALV, “maar dat is momenteel niet het geval.” De adviesraad betreurt dat de realisatie van een correcte marktprijs niet tot de ambitie van de GLB-voorstellen behoort. Zolang de markt de producten niet correct kan vergoeden, stemmen alle actoren in met bijkomende inkomensondersteuning. Volgens de SALV bestaat een goed landbouwbeleid uit een combinatie van een corrigerend marktbeleid, ondersteuning voor duurzame innovatie en een aanvullende inkomensondersteuning.
Dat de historische basis voor de toeslagrechten op termijn niet langer kan aangehouden worden, begrijpt de SALV. De adviesraad heeft evenwel vragen bij het gelijktrekken van in waarde verschillende toeslagrechten tot een hectarepremie op het niveau van de regio. “Dit is zeer statisch, maakt een beleid gericht op verdere verduurzaming zo goed als onmogelijk en zal verrekend worden in de grond- en pachtprijs”, klinkt het.
Het SALV-advies wijst op de specificiteit van de Vlaamse landbouw en context: een sterk verstedelijkte en versnipperde open ruimte. Voor de minder begunstigde productiegebieden in Europa is er in het GLB een specifieke aanpak, maar voor verstedelijkte of peri-urbane gebieden zoals Vlaanderen ontbreekt die. Natuurpunt, Bond Beter Leefmilieu en Vredeseilanden zien in de sterke verwevenheid tussen stad en platteland net zo goed mogelijkheden als beperkingen voor landbouwers en steunen de vraag dus niet om verstedelijkte gebieden op te nemen in de regeling voor minder begunstigde gebieden in pijler 1.
De SALV schaart zich volledig achter het streven van de Europese Commissie voor meer duurzame landbouw. Om de vergroening van het landbouwbeleid zo efficiënt mogelijk te realiseren, stelt de raad een ‘goed doordacht systeem’ voor. Voor de landbouworganisaties staat dat gelijk met aangepaste maatregelen die resulteren in ‘groene groei’. Voor Natuurpunt en Bond Beter Leefmilieu betekent ‘goed doordacht’ vasthouden aan de drie vergroeningsmaatregelen van de Commissie, in het bijzonder het doorspekken van het hele landbouwgebied met ecologisch focusgebied met het oog op meer biodiversiteit.
De SALV vindt dat er meer maatwerk nodig is inzake ecologische focusgebieden. Het potentiële voordeel is immers afhankelijk van de kwalitatieve invulling ervan. Daarom zou het mogelijk moeten worden om de maatregel gebiedsgericht te verfijnen naargelang de concrete behoeften op vlak van biodiversiteit.
Wanneer andere maatregelen gunstiger zijn voor de biodiversiteit dan het louter opleggen van de kwantitatieve doelstelling van zeven procent focusgebied, dan is een afwijking volgens de SALV gerechtvaardigd. Natuurpunt en Bond Beter Leefmilieu zijn het daar niet mee eens. Zij beschouwen die zeven procent als een absolute ondergrens, zeker in het versnipperde Vlaanderen. Verweving van landbouw en natuur is volgens hen een voorwaarde om een basisnatuurkwaliteit te bereiken.
Eén derde van de directe betalingen wordt in het GLB-voorstel afhankelijk gemaakt van drie vergroeningsmaatregelen: naast zeven procent ecologisch focusgebied, ook het aanhouden van permanent grasland en gewasdiversificatie. Volgens de SALV is het onduidelijk of de vergoeding volstaat om de kosten van vergroening te dragen. “Indien de maatschappij bijkomende eisen stelt aan landbouw, moet ze ook bereid zijn om de bijkomende kosten hiervoor te betalen”, luidt het.
Natuurpunt, Bond Beter Leefmilieu en Vredeseilanden willen dat zo scherp niet stellen. De twee natuurorganisaties gaan in hun dissidente mening zelfs een flinke stap verder en vinden dat bij niet naleving van de vergroeningsvoorwaarden niet alleen in de premie van 30 procent directe steun gesnoeid moet worden, maar dat alle inkomenssteun dan dient te vervallen aangezien vergroening als een voorwaarde zou moeten gelden.
Lees hier het volledige SALV-advies over het GLB-voorstel dat ook handelt over plattelandsbeleid, risicobeheer en jonge landbouwers.