Schauvliege zet rationalisering van waterbeheer verder

De Vlaamse regering heft twee wateringen in de provincie Antwerpen op. Dat zijn openbare besturen die binnen hun gebied verantwoordelijk zijn voor het waterbeheer. "Kleine en inactieve polders en wateringen afschaffen, ontlast gemeenten en provincies van overbodige administratie en zorgt voor een betere dienstverlening naar de burger", zegt Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege.

De Watering der Zeven Heerlijkheden (Mol) en de Watering der Zegge (op de grens van Olen, Kasterlee en Geel) houden op te bestaan. Dat heeft de Vlaamse regering op voorstel van minister Schauvliege besloten, met de steun van de betrokken wateringen en gemeenten. Ook de provincie Antwerpen staat achter de opheffing. Met de gemeenten en provincie werden afspraken gemaakt om het toekomstig beheer in het gebied van de wateringen te verzekeren.

Eerder werden in de provincie Antwerpen al een handvol polders opgeheven. Bovendien werd tijdens deze legislatuur de fusie van vier polders tot de Polder Scheldeschorren-Noord in de streek van Bornem afgerond. "Sinds 2009 zijn we het versnipperde landschap van polders en wateringen aan het herschikken", zegt minister Schauvliege. "We doen dit door fusies van nog goed functionerende besturen te stimuleren en kleine, geïsoleerde en inactieve polders en wateringen op te doeken."

Ook in andere provincies is de kaart van polders en wateringen grondig hertekend. Zo werd in West-Vlaanderen onder meer de fusie van vier polders tot één Oostkustpolder voltooid. In Oost-Vlaanderen is het aantal besturen sterk teruggebracht door de opheffing van acht wateringen aan de Dender en een samenvoeging van zes polders tot de Polder Schelde Durme Oost. Zulke samenvoegingen hebben steeds een hogere efficiëntie en een administratieve vereenvoudiging voor de gemeenten en provincies tot doel.

Momenteel zijn er in Vlaanderen 68 polders en wateringen. Begin 2009 waren er dat nog 100. "En daar blijft het niet bij want er zitten nog enkele fusies en opheffingen in de pijplijn", belooft Schauvliege. "Met die rationalisering verhogen we de effectiviteit van het beheer van watersystemen op het terrein. Het doel is te komen tot een kleinere groep moderne en slagkrachtige besturen die voldoende sterk staan om binnen hun werkingsgebied de uitgebreide taken in het kader van integraal waterbeleid op te nemen."