Proeven bevestigen theorie van besmettelijke prionen
nieuwsNooit hebben wetenschappers de aanwezigheid van DNA of RNA kunnen aantonen in de onderzochte hersenen van mensen of dieren die besmet waren met overdraagbare spongiforme encefalopathieën. Hiertoe behoren ondermeer de ziekte van Creutzfeldt-Jakob die bij mensen voorkomt, BSE bij runderen en scrapie bij schapen. Wat vaststond, is dat de hersenen drager zijn van de besmetting aangezien ze bij inspuiting in een proefdier de ziekte kunnen doen ontstaan.
De Amerikaanse professor Prusiner was in de jaren '80 al de omstreden mening toegedaan dat een eenvoudig eiwit dat bij alle zoogdieren voorkomt aan de oorsprong zou kunnen liggen. De bron van het kwaad zouden bepaalde eiwitten zijn, prionen genaamd. Volgens Prusiner komt het eiwit in twee vormen voor: in de normale, niet besmettelijke vorm in gezonde hersenen en in een abnormale vorm.
Dat een gezond dier via een ingewikkeld en weinig bekend mechanisme normaal herseneiwit kan omzetten in abnormaal eiwit dat bij opstapeling in de hersenen kan leiden tot vernietiging van de zenuwcellen, moest nog maar bewezen worden. Uit nieuw onderzoek van Prusiner blijkt dat dat zijn team een overdraagbare ontaarding van de hersenen had uitgelokt door normaal eiwit van een muis om te zetten in defect eiwit en het in te spuiten in de hersenen van een andere muis. Dat betekent dat het essentiële dogma van de biologie dat stelt dat overdracht en informatie alleen via DNA en RNA kunnen plaatsvinden ter discussie komt te staan.
De auteurs besluiten uit hun experiment dat hun resultaten bevestigen dat prionen infectieuze eiwitten zijn en zeer belangrijk zijn voor de volksgezondheid. Vooral dan om inzicht te krijgen in andere, vaker voorkomende ziekten waarbij het zenuwstelsel wordt aangestast.