nieuws

Productiewaarde en inkomen herstellen van dioxinecrisis

nieuws
Volgens de laatst beschikbare ramingen zou de waarde van de Belgische landbouwproductie in 2000 stijgen met 10,9%. In nominale termen zou het globale inkomen van de landbouwactiviteit per arbeidseenheid met 11,3 procent stijgen. In koopkrachttermen zou een stijging van 10,7 procent gerealiseerd worden. Dit staat te lezen in een pas verschenen publicatie van het CLE. Deze cijfers verhouden zich tegenover het dioxinejaar 1999. In dat jaar duikelden de productiewaarde en het inkomen naar beneden met respectievelijk 7,3 en 7,7 procent.
31 mei 2001  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:26
Volgens de laatst beschikbare ramingen zou de waarde van de Belgische landbouwproductie in 2000 stijgen met 10,9%. In nominale termen zou het globale inkomen van de landbouwactiviteit per arbeidseenheid met 11,3 procent stijgen. In koopkrachttermen zou een stijging van 10,7 procent gerealiseerd worden. Dit staat te lezen in een pas verschenen publicatie van het CLE. Deze cijfers verhouden zich tegenover het dioxinejaar 1999. In dat jaar duikelden de productiewaarde en het inkomen naar beneden met respectievelijk 7,3 en 7,7 procent.

De toegenomen productiewaarde in 2000 is het resultaat van de gunstige gemiddelde prijsevolutie (+12,9 procent) tegenover een beperkte daling van het voortgebrachte volume (-1,8 procent). Meer specifiek zou de waarde van de dierlijke productie (+18,3%) en die van de tuinbouwproductie (+4,2%) toegenomen zijn. De waarde van de akkerbouwproductie daalde in 2000 met 4 procent.

Opmerkelijk is de forse stijging van de productiewaarde voor de varkenshouderij (42,1%) en de pluimveehouderij (+26,5%). Ook de productiewaarden van zuivel en eieren nemen toe. Voor de eieren wordt een flinke prijsverhoging genoteerd, gekoppeld aan een sterke daling van het volume. De rundveeteelt boekte geen hogere prijzen in vergelijking met 1999.

De productiewaarde van graangewassen zou met 8,4% afnemen. Rendement en kwaliteit vielen tegen terwijl de prijzen dalen onder invloed van de uitvoering van “Agenda 2000”. Enige compensatie door de verhoging van de oppervlaktepremie ten spijt. In de suikerbietenteelt was de situatie omgekeerd: ook hier daalde de productiewaarde, maar dan wel door toedoen van een lager areaal en ondanks de hogere prijzen. Er is weinig nieuws vanuit de aardappelsector. Het afgenomen productievolume werd in deze sector gecompenseerd door een evenwaardige prijsstijging.

De productiewaarde van de groenten zou met 5,9 procent toenemen door een gunstige prijsevolutie tegenover een lager productievolume. De fruitproductiewaarde zou stijgen met 3 procent. Ook hier compenseren de hogere prijzen de globale volumeafname.

In nominale termen zou het globale inkomen van de landbouwactiviteit (netto-toegevoegde waarde) per arbeidseenheid met 11,3 procent stijgen. Vertaald in koopkrachttermen impliceert dit een stijging met 10,7 procent.

Wanneer men de evolutie van het arbeidsinkomen per arbeidseenheid (+15,2%) in de landbouwsector tegenover deze van het vergelijkbaar inkomen (nl. het gemiddelde inkomen van een voltijds tewerkgestelde loontrekkende) (+3%) stelt, zou in 2000 een gunstige evolutie waar te nemen zijn voor het landbouwarbeidsinkomen (+11,7%). In 2000 zou het arbeidsinkomen per arbeidseenheid in de landbouw 919 000 frank bedragen. Dat komt neer op 69,6% van het vergelijkbaar inkomen (tegenover 62,3% in 1999).

Meer informatie: CLE, dhr. De Becker, tel 02/208 50 46.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek