Plattelandslogies zijn een op de drie dagen gevuld
nieuwsHet beeld van de sector in 2005 wordt gevormd door een steekproef bij 124 van de 281 logiesbedrijven die begin 2005 lid waren van de vzw Plattelandstoerisme. Daaruit blijkt dat de gemiddelde bezettingsgraad vanaf april tot en met oktober boven de 33 procent ligt, met pieken in juli (56 procent) en augustus (62 procent). "Eigenlijk is er het hele jaar door een goede bezetting", aldus Cindy Verbrugge, de directeur van de vzw. "Dit betekent dat de mensen vertrouwd zijn met het platteland en met plattelandstoerisme. Voor landbouwers die kamers uitbaten als aanvullend beroep, is dit een mooie bijverdienste".
Ruim 85 procent van de toeristen die op het platteland verblijven, is Nederlandstalig: 77,5 procent Nederlandstalige Belgen en bijna tien procent Nederlanders. Gemiddeld verblijven de toeristen 2,4 nachten in een gasten- of hotelkamer en vier nachten in een vakantiewoning. In kamers bestaat het gezelschap uit gemiddeld 3,2 personen, in een vakantiewoning uit zes personen. De overnachtingen gebeuren hoofdzakelijk uit recreatieve overwegingen (89 procent), maar ook deels met zakelijke bedoelingen (tien procent).
"Het plattelandstoerisme zit in de lift: toeristen zijn meer op zoek naar kleinschaligheid en intimiteit dan naar de anonimiteit van vijfsterrenhotels", aldus Verbrugge. Cijfers van het totale aantal overnachtingen in 2005 kon Verbrugge niet geven. In 2004 werd dit geschat op 473.000, goed voor een omzet van ongeveer honderd miljoen euro. De helft daarvan besteedde de toerist ter plaatse, de andere helft in de bredere regio.
Om beter aan de noden van de klanten te voldoen, vraagt de vereniging een versoepeling van de ruimtelijke ordening voor hoeve- en plattelandstoerisme. Daarmee zouden logies onder meer kunnen gaan tot acht kamers of vakantiewoningen (of 32 personen) binnen de bestaande, vergunde gebouwen. Momenteel mag men maar gaan tot vier kamers, aldus Verbrugge. "Het is niet de bedoeling wildgroei te stimuleren, maar wie wil investeren, moet daar wel de kans toe krijgen", stelt Verbrugge. Volgens haar heeft het advies van het interbestuurlijk plattelandsoverleg de steun van de Vlaamse ministers Geert Bourgeois (Toerisme) en Yves Leterme (Landbouw).