Peeters: "Meer rechtszekerheid bonafide bedrijven"
nieuwsEr zijn veeteeltinrichtingen die volgens het mestdecreet niet bestaan omdat ze niet vallen onder de definitie van 'bestaande veeteeltinrichting' van het mestdecreet, zelfs al hadden ze een milieuvergunning. Wie niet bestaat, kan geen hernieuwing van zijn milieuvergunning krijgen en wie geen nutriëntenhalte heeft mag niet produceren. Wie toch produceert zonder nutriëntenhalte moet een superheffing betalen die het hele inkomen verteert.
Sommige bedrijven kregen geen nutriëntenhalte omdat ze niet tijdig of regelmatig aangifte hebben gedaan van hun mestproductie. Andere bedrijven wisselden dieren van stal binnen hetzelfde bedrijf zonder de productie te verhogen. Omdat er milieukundig niets veranderde, leefden ze in de verkeerde veronderstelling dat deze wijziging niet moest gemeld worden. Daardoor kregen ze geen nieuwe vergunning voor de leegstaande stallen, aangezien het mestdecreet dit verbood.
De Vlaamse regering geeft de kans aan bonafide bedrijven de kans geven om hun administratieve toestand te regulariseren zodat ze rechtszekerheid krijgen voor de toekomst. Het gaat om bedrijven die beschikten over een milieuvergunning die definitief verleend werd vóór januari 2000 en die minstens vanaf het jaar 2000 aangifte deden bij de Mestbank. Dit geldt ook voor vergunde veeteeltinrichtingen waar dieren verplaatst werden.
"Op het gebied van het leefmilieu is dit een neutrale maatregel", aldus minister van Leefmilieu Kris Peeters (CD&V). "De totale mestproductie in Vlaanderen zal hierdoor niet stijgen aangezien deze mestproductie vervat zit in de cijfers van de Mestbank". Voor de landbouwsector vindt de minister het positief dat een aantal bedrijven alvast meer rechtszekerheid krijgen in afwachting van een nieuw mestdecreet. Het is de ambitie van Peeters om een voorstel voor MAP III nog vóór het zomerreces klaar te hebben.