nieuws

Minder hout voor industrie door ggo-populier?

nieuws
Marc Hendrickx (N-VA) wees minister Joke Schauvliege op het spanningsveld tussen de schaarste aan populierenhout voor de houtindustrie en de overheidssteun voor onderzoek naar populierenteelt voor energieproductie. "De ggo-populieren met een hoger energierendement passen eerder in een landbouwbedrijfsvoering dan in een bosbouwsysteem", zegt Schauvliege.
11 juli 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:00
Lees meer over:

Vlaams parlementslid Marc Hendrickx (N-VA) wees minister Joke Schauvliege op het spanningsveld tussen de schaarste aan populierenhout voor de houtverwerkende industrie en de overheidssteun voor onderzoek naar populierenteelt voor energieproductie. "De ggo-populieren met een hoger energierendement van het VIB passen eerder in een landbouwbedrijfsvoering dan in een bosbouwsysteem", verklaart Schauvliege.

Volgens Vlaams volksvertegenwoordiger Marc Hendrickx is de houtverwerkende industrie misnoegd over de overheidssteun voor onderzoek naar populierenkweek in functie van energieproductie. Het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) ontwikkelde ggo-populieren met een hoger rendement bij omzetting naar energie, bijvoorbeeld door verbranding.

Het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek (INBO) onderzoekt de mogelijkheden van conventionele veredeling van de Amerikaanse populier in de strijd tegen de klimaatverandering. "Er werd gesteld dat zowel de CO2-opname van deze bomen als hun eindbestemming als natuurlijke bron voor biomassaverbranding een belangrijk wapen kunnen zijn voor de Vlaamse klimaatinspanningen", aldus Hendrickx. "Binnenlands hout dat specifiek wordt gekweekt voor verbranding met het oog op energieproductie is hout dat niet gebruikt kan worden door de houtverwerkende industrie, terwijl specifiek voor populieren de schaarste sowieso al groot is", verklaart Hendrickx de ongerustheid van de industrie.

Vlaanderen handhaaft op dit moment al een strenge industriële prioriteit voor al het hout dat in Vlaanderen wordt ingevoerd of geproduceerd met het oog op verbranding. "Hout strikt voorbestemmen voor industrieel gebruik maar tegelijkertijd biotechnologisch onderzoek aanmoedigen dat als eindresultaat heeft de populierenkweek in Vlaanderen te heroriënteren in de richting van energieproductie lijken mij twee beleidslijnen te zijn die diametraal tegenover elkaar staan", aldus Hendrickx.

Bekeken vanuit haar bevoegdheden natuur en leefmilieu, vindt minister Schauvliege beide onderzoekssporen complementair. Het VIB mikt vooral op het bevorderen van de bioraffinage van cellulose tot vloeibare brandstoffen vanuit de grondstof hout. De gemodificeerde populierenplanten kunnen gebruikt worden in een specifieke vorm van populierenteelt die volgens Schauvliege eerder aansluit bij een landbouwbedrijfsvoering dan bij klassieke bosbouw zodat dit perspectieven biedt voor agro-forestry.

Het sterk uitgebouwde selectie- en veredelingsonderzoek rond de populier zoals dat door INBO gebeurt, richt zich in hoofdzaak op de klassieke populierenteelt voor bosbouw, "vandaar het verschil", aldus Schauvliege. "Maar ook het INBO heeft oog voor de teelt van korteomloophout als doel voor selectie- en veredelingsonderzoeken, vooral van populier en wilg."

INBO en VIB werken ook samen om het selectieproces te versnellen door rechtstreeks te zoeken naar plaatsen op het genoom of naar de genen zelf die coderen voor belangrijke kenmerken zoals groeikracht en ziekteresistentie.Dit onderzoek verschaft ook een beter inzicht in de overervingsmechanismen. Of gemodifceerde bomen ook nog bruikbaar zullen zijn voor de klassieke industriële toepassingen moet uit verder onderzoek blijken. "Ggo-populieren zijn bijzonder geschikt voor heel specifieke toepassingen naast de klassieke populierenbosbouw, maar het is er dus geen vervanger van", benadrukt Schauvliege. "Gerichte en tijdige communicatie is zeker op zijn plaats teneinde geen valse verwachtingen te scheppen."

Schauvliege schaart zich achter de doelstelling om ook voor hernieuwbare grondstoffen het principe toe te passen van integrale ketenbenadering en om te streven naar een zo hoogwaardig mogelijke toepassing van deze grondstoffen. "In het licht van de beperkte ruimte in Vlaanderen is ook de afweging van de ruimtevraag voor de productie van deze hernieuwbare grondstoffen in relatie tot andere ruimtevragen, een cruciaal element in een dergelijke integrale ketenbenadering", aldus nog Schauvliege.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek