Leterme promoot VLIF-fondsen voor glastuinbouw
nieuwsDe jongste wijzigingen in het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds promoten de milieuvriendelijke productie en het rationeel energiegebruik in de glastuinbouw. Enkel op die manier kan de toekomst van de glastuinbouw in Vlaanderen verzekerd worden, aldus de minister. Voortaan wordt 40 procent steun voorzien voor installaties voor waterzuivering en energiebesparende installaties zoals warmtebuffers, energiebesparende kasomhullingen en energieschermen.
De afbraak van serres in combinatie met een project voor het oprichten van nieuwe serres kan voortaan rekenen op een VLIF-tussenkomst van 20 procent. Bedoeling van deze maatregel is om de glasopstand tijdig te vernieuwen. Om de sector competitief te houden zou in Vlaanderen jaarlijks 100 hectare glas moeten vernieuwd worden.
Daarnaast vervalt de maximumdrempel van 10 personeelsleden om te kunnen geniet van steun en dit om de tewerkstelling in de sector aan te moedigen. Om samenwerking te stimuleren is ook het maximum subsidiabel bedrag per bedrijf van 1 miljoen euro gewijzigd in een maximum subsidiabel bedrag per bedrijfsleider. De sector betreurt alleen dat deze maatregelen pas ingaan vanaf 1 januari 2007.
Volgens Leterme zouden zo'n 2.700 Vlaamse bedrijven uit de sector aanspraak kunnen maken op de nieuwe steunmaatregelen. De minister herhaalde tot slot ook dat er vorige week 6 miljoen euro extra werd vrijgemaakt voor het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds. Toch kreeg hij nog een aantal bjijkomende verzuchtingen te horen. Zo willen de glastuinders een nieuwe regeling voor seizoensarbeid, de uitbreiding van het PWA- en dienstenchequesysteem naar de tuinbouw, een RSZ-vermindering voor de arbeidsintensieve sectoren en toegang tot de arbeidsmarkt van werknemers uit nieuwe EU-landen.
De agrarische sector verbruikt nauwelijks twee procent van het globale energieverbruik in Vlaanderen. In 2003 consumeerde de land- en tuinbouw 29,6 petajoule energie, waarvan ongeveer 70 procent voor rekening was van de glastuinbouw. Het is wel in deze deelsector dat de gemiddelde energie-intensiteit de vorige jaren gevoelig is gedaald, van ongeveer 1.180 tot 890 megajoule per vierkante meter in de periode van 1990 tot 2000, en dit ondanks de areaaluitbreiding in diezelfde tijdsspanne. Daarmee leverden glastuinders een forse bijdrage tot de reductie van broeikasgassen met 13 procent die de land- en tuinbouw sinds 1990 realiseerde.