Leemgebieden starten structurele erosiebestrijding

De leemgebieden van Belgisch en Nederlands Limburg en van de streek rond Leuven worden regelmatig geteisterd door erosie. De afgelopen decennia is de overlast nog toegenomen. Met een nieuw Interreg-erosiebestrijdingsproject willen een reeks partners zowel een vermindering realiseren van het getransporteerd erosiemateriaal als van de gevolgen voor burger en economie. Op basis van een draaiboek zullen maatregelen uitgevoerd worden door en in samenspraak met de landbouwers.

De redenen voor de toenemende erosieproblemen zijn te zoeken bij de schaalvergroting in de landbouw en het afnemend aantal percelen met permanente bladbedekking, zoals grasland. Maar ook de toegenomen bouwverkavelingen op plaatsen die van oudsher afzetgebieden waren van erosiemateriaal zorgen ervoor dat de water- en erosieproblematiek regelmatig in het nieuws komen. Zowel voor de plattelandsbewoners als voor de boeren is erosie een belangrijk probleem.

Twee jaar geleden werd op initiatief van de provincies Limburg en Oost-Vlaanderen, Aminal Land, Boerenbond en enkele Nederlandse partners een werkgroep opgericht. Die verkreeg eind vorig jaar groen licht voor de realisatie van een Europees Interreg-project. Het erosiebestrijdingsproject zal drie jaar lopen en 1,4 miljoen euro kosten.

De erosieproblematiek over provincie- en landsgrenzen aanpakken biedt heel wat voordelen, zo lieten de verschillende partners deze namiddag verstaan tijdens een persvoorstelling in Riemst. Zo zouden Vlaanderen en Nederland nog heel wat van elkaar kunnen leren. Nederland koos tot hiertoe voor een bedrijfsmatige benadering, terwijl Vlaanderen gericht is op een perceelsgerichte aanpak. Er zullen ook enkele nieuwe landbouwmethodes worden gepromoot zoals niet-kerende grondbewerking (niet ploegen, maar frezen) en het aanleggen van dammen uit strobalen om de afwatering te vertragen.

Lees ook: geVILT: "Strijd tegen erosie ingezet"