Landbouwsteun in OESO-landen verder gedaald in 2008

De overheidssteun aan de landbouwsector is in de dertig landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) het afgelopen jaar verder gedaald. In 2008 betaalden de betrokken landen 187,9 miljard euro aan landbouwsteun. De daling is vooral een gevolg van hogere voedselprijzen op de wereldmarkt waardoor minder subsidies moesten uitbetaald worden.

De totale steun van bijna 188 miljard euro komt overeen met 21 procent van het geschatte landbouwinkomen in de dertig landen. In euro’s uitgedrukt is sprake van een daling van de absolute landbouwsteun in de afgelopen jaren, want in 2007 was er nog sprake van 22 procent van het totale landbouwinkomen van de OESO-landen en in 2006 was dat nog 26 procent.

Aan de daling is echter nog geen einde gekomen. Ken Ash van de afdeling Handel en Landbouw van de OESO zegt dat de publieke opinie een verdere verlaging van het overheidsaandeel in de landbouwinkomens verlangt en dat het handelsverstorende landbouwbeleid moet teruggeschroefd worden. “Als we uit de wereldwijde economische crisis komen, kunnen we niet op de oude voet verder”, zegt Ash.

In de Europese Unie bedroeg de steun in de jaren 2006 tot 2008 27 procent van de landbouwinkomens, net boven het OESO-gemiddelde. In de VS, Australië en Nieuw-Zeeland wordt 10 procent of minder van het boereninkomen gevormd door subsidies. In Zwitserland, Korea en Noorwegen halen landbouwers 60 procent of meer van hun inkomen uit overheidssteun.

Het niveau van de steun varieert van land tot land, maar de mate van steun is in de afgelopen decennia over de gehele linie afgenomen. Het afgelopen jaar komt dit vooral door de hogere voedselprijzen. Rijst en suiker zijn de meest ondersteunde gewassen, waarbij het grootste deel van de steun wordt uitbetaald onder de vorm van ondersteuning van de marktprijs.

De laatste jaren is er een ook nieuwe trend waar te nemen: landbouwsteun wordt losgekoppeld van productie, zoals dat in Europa het geval is met de unieke bedrijfstoeslag. Criteria zoals aantal hectare grond en het aantal dieren worden steeds vaker gebruikt als basis voor steun. Momenteel wordt één dollar op vier uitbetaald in OESO-landen zonder dat landbouwers verplicht zijn een bulkproduct te produceren.

Meer informatie: Agricultural Policies in OECD Countries: Monitoring and Evaluation 2009