nieuws

Landbouw één tiende van omzet Vlaamse agrobusiness

nieuws
Het Vlaamse agrovoedingscomplex telde 40.466 bedrijven in 2009, waarvan 29.394 land- en tuinbouwbedrijven. De omzet bedroeg 43,8 miljard euro. Daarvan neemt de voedingsindustrie meer dan de helft in en de landbouw 10 procent. De recessie laat zich het duidelijkst voelen in de dalende omzet (-4,5%), tewerkstelling (-3,5%) en de fysieke verkopen (-10%).
22 december 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:03

Het Vlaamse agrovoedingscomplex telde 40.466 bedrijven in 2009, waarvan 29.394 land- en tuinbouwbedrijven. De omzet bedroeg 43,8 miljard euro. Daarvan neemt de voedingsindustrie meer dan de helft in en de landbouw 10 procent. De recessie laat zich het duidelijkst voelen in de dalende omzet (-4,5%), tewerkstelling (-3,5%) en de fysieke verkopen (-10%). Dat becijferde de Vlaamse landbouwadministratie.

De landbouw staat niet op zichzelf. De primaire sector maakt samen met de agrarische toelevering, de voedingsindustrie en de groothandel deel uit van een groter geheel: het agrobusinesscomplex (ABC) of de agrovoedingssector. Uit een analyse van de afdeling Monitoring en Studie van het departement Landbouw en Visserij blijkt dat het ABC in Vlaanderen 100.073 arbeiders en bedienden tewerkstelt. Inclusief de zelfstandigen loopt dat cijfer op tot 154.015 personen.

De toegevoegde waarde van het agrovoedingscomplex wordt voor 2009 geraamd op 6,46 miljard euro, waarvan de voedingsindustrie ongeveer 60 procent realiseert, de groothandel in voedingsproducten 13 procent en de land- en tuinbouw 12 procent. De investeringen binnen het agrovoedingscomplex zijn goed voor 1,9 miljard euro. Het gaat voornamelijk om investeringen in de voedingsindustrie (853 miljoen euro) en in de land- en tuinbouw (818 miljoen euro).

De economische crisis is aan het agrovoedingscomplex niet voorbijgegaan. Het aantal bedrijven daalde in 2009 in alle takken, maar vooral in de primaire sector (-4,3%) en de groothandel (-4,2%). Ondanks de dalende omzet realiseerde de ABC-keten meer toegevoegde waarde (+3,2%). Dat betekent dat de bedrijven hun productie hebben afgeremd en inspanningen geleverd hebben om hun kosten onder controle te houden.

Agrovoedingsbedrijven hebben hun geplande investeringen (-11%) uitgesteld met uitzondering van de land- en tuinbouwsector, die net meer investeerde (+7,2%). Wettelijk vastgelegde verplichtingen om aan bepaalde normen te voldoen en fiscale voordelen voor milieugerichte investeringen zorgden ervoor dat de landbouwer zijn investeringen niet kon of wou uitstellen.

De primaire sector is ook de enige met een gemiddelde rendabiliteit die een daling vertoonde terwijl alle andere schakels van het ABC een stijgende rendabiliteit optekenden. Met het uitbreken van de crisis deden de bedrijven een beroep op hun kredietlijnen en was de aanwendingsgraad eind 2008 het hoogst met 75 procent. In de loop van 2009 bleef de aanwendingsgraad elk kwartaal dalen tot 67 procent. In 2010 verhoogde de aanwendingsgraad opnieuw richting 75 procent volgens de recentste gegevens van de Nationale Bank van België.

Meer info: AMS-studie ‘Het Vlaamse agrovoedingscomplex’ 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek