Lamy: "Afbouw invoertarieven bevoordeelt arme landen"
nieuwsEind juli mislukte een ministeriële WTO-bijeenkomst in Genève omdat de VS en India het niet eens raakten over de bescherming van boeren tegen goedkope invoer uit het buitenland. De VS zijn van oordeel dat hun toegevingen op het vlak van interne landbouwsteun voldoende moeten gecompenseerd worden door extra markttoegang, ook in ontwikkelingslanden. "Maar het wegwerken van handelsobstakels kan evengoed een instrument zijn voor de ontwikkeling van arme landen", benadrukte Lamy in New Delhi.
Hij voegde eraan toe dat de Doha-ronde ervoor kan zorgen dat de VS in de toekomst voor hun handelsverstorende landbouwsubsidies een plafond zullen hanteren van 14,5 miljard dollar. "Het klopt dat dit bedrag nog altijd meer is dan de steun die momenteel in de VS wordt uitgekeerd aan de boeren. Maar zonder het plafond kunnen de Amerikanen veel meer geld uitbetalen van zodra de landbouwprijzen op de wereldmarkt beginnen te zakken. In de voorbije tien jaar hebben de VS acht keer het steunbedrag in kwestie overschreden. Zonder WTO-akkoord kunnen de Amerikanen een som van 48 miljard dollar uitkeren".
Volgens Lamy kunnen de gesprekken over de liberalisering van de wereldhandel ook de voedselcrisis helpen verzachten. "We weten dat de landbouwproductie in ontwikkelingslanden moet opgedreven worden. In het verleden werden de productie en export ontmoedigd door subsidies en tolmuren in de industrielanden. Handel kan vraag en aanbod dichter bij elkaar brengen. Dat is het geval op lokaal, regionaal én mondiaal vlak".
De Franse WTO-chef is ervan overtuigd dat een compromis nooit eerder zo dichtbij is geweest. "De onderhandelaars hebben in Genève eigenlijk fantastisch werk geleverd. Technisch gezien zijn de besprekingen eigenlijk ver genoeg gevorderd om aan de punten en komma's te beginnen schaven. Maar vanuit politiek oogpunt is het belangrijk dat nog een aantal kwesties uitgeklaard worden en dat alle landen zich achter de teksten scharen". (KS)