"Lagere varkensprijs nodig om export niet te verliezen"

De Federatie van Belgische slachthuizen, vleesuitsnijderijen en -groothandels (FEBEV) hield dinsdag een spoedvergadering naar aanleiding van de prijzencrisis veroorzaakt door het dioxineschandaal in Duitsland. FEBEV doet er naar eigen zeggen alles aan om de prijs op de Belgische markt te stabiliseren, maar acht een gedeelde prijscorrectie noodzakelijk om de Belgische afzet op exportmarkten niet verder te verliezen.

De export van Belgisch varkensvlees krijgt rake klappen door de dioxinecrisis in Duitsland. België heeft een zelfvoorzieningsgraad hoger dan 200 procent, waardoor de keten kwetsbaar is en afhankelijk van export, voornamelijk naar Duitsland. Uit eerste ramingen blijkt dat er 30 procent minder geslacht wordt deze week door de Belgische slachthuizen. Het verlies van de Belgische exporterende bedrijven zou volgens FEBEV meer dan vijf miljoen euro bedragen sinds de jaarwisseling.

FEBEV laat weten dat slachthuizen, uitsnijderijen en groothandel de zorgen van de varkensproducenten delen. FEBEV en haar leden hebben zich daarom in het ketenoverleg geëngageerd om de huidige crisis in Duitsland niet aan te wenden voor eigen gewin. “Om de Belgische afzet op de exportmarkten niet verder te verliezen, is een gedeelde prijscorrectie evenwel noodzakelijk”, aldus FEBEV. De organisatie laat ook weten dat zij de protestacties van de producenten afkeurt omdat die het overleg ondermijnen.

FEBEV eist dat de Belgische en Europese overheden hun verantwoordelijkheid opnemen en maximaal druk uitoefenen op de Duitse instanties om de situatie snel onder controle te krijgen. De Federatie van het Belgisch Vlees vraagt eveneens dat op de Europese Landbouwraad van 24 januari dringend naar structurele oplossingen wordt gezocht. “Op korte termijn kunnen exportrestituties en private opslag met nadien verplichting tot export naar derde landen marktondersteunend werken en enig soelaas bieden”, suggereert de federatie.