Inagro viert voormalig directeur André Calus

Vertegenwoordigers uit de landbouw-, onderzoeks- en politieke sector drukten afgelopen week tijdens een academische zitting op de campus van Inagro hun waardering uit voor het werk van voormalig directeur André Calus. Calus gaf op 1 augustus, na 23 jaar directeurschap, de fakkel door aan Mia Demeulemeester. “Een man die wist wat hij wilde en daar ook voluit voor ging”, die indruk laat Calus na op zijn collega’s.

Calus is er volgens de aanwezigen in geslaagd zijn stempel te drukken op de Vlaamse land- en tuinbouwsector, onderzoeksector en onderwijssector. Hij breide de activiteiten, het personeelsbestand, de infrastructuur en de middelen van het proefcentrum in Beitem gevoelig uit, bouwde mee aan de hervorming van het Vlaamse landbouwonderzoek en zorgde voor een meer harmonieuze doorstroming van de wetenschappelijk landbouwkennis, vergaard in de proefcentra en het Vlaams Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), naar het land- en tuinbouwbedrijf.

Wat de uitbreiding van activiteiten in Beitem betreft, begeleide hij vorig jaar bovendien een grote organisatorische hervorming. “Vroeger deed Inagro – destijd POVLT – alleen proefveldonderzoek in de akkerbouw”, klonk het tijdens de academische zitting. “Door de jaren heen zijn die activiteiten echter meer divers geworden, zowel verticaal met onderzoek in andere deelsectoren, als horizontaal met onderzoek naar sectoroverschrijdende thema’s zoals water en landbouwverbreding. Deze uitbreiding bracht verschillende nieuwe vzw’s met zich mee, die vorig jaar onder leiding van Calus op een succesvolle manier samengevoegd werden tot het verzelfstandigd agentschap Inagro.”

Calus zelf blikt ook tevreden terug op zijn carrière bij Inagro. “Maar nu is het tijd voor wat meer rust”, zegt hij. Al neemt hij het woord ‘rust’ niet al te letterlijk. Calus blijft immers actief in de landbouwsector, onder meer als voorzitter van de sectorvereniging Vlaamse Schapenhouderij, en zal nog enige tijd verbonden blijven aan de Universiteit van Gent als academisch consulent. En luidop dromen over de toekomst van de onderzoekswereld, zal hij in de toekomst ook niet nalaten. Zo ijvert hij voor een structurele bijdrage van de sector, vertegenwoordigd door de producentenorganisaties, aan het landbouwonderzoek, en een overkoepelende structuur voor de praktijkcentra, waar horizontale thema’s als water en energie onderzocht worden.