Honderdtal zeugenhouders worstelt met groepshuisvesting
nieuwsOp 1 januari 2013 moeten alle drachtige zeugen conform een Europese richtlijn in groep gehuisvest worden. "In Vlaanderen is de situatie op 63 procent van de bedrijven conform", verklaart minister-president Kris Peeters. Tegen eind dit jaar zou 93 procent ofwel groepshuisvesting toepassen ofwel gestopt zijn met zeugenhouderij ofwel minder dan tien zeugen huisvesten zodat de nieuwe regels niet van toepassing zijn.
Gelet op de deadline die nadert, vroeg Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer (CD&V) aan minister van Landbouw Kris Peeters hoe ver de omschakeling naar groepshuisvesting van de zeugen al gevorderd is. "In Vlaanderen is reeds 63 procent van de bedrijven conform de richtlijn en eind dit jaar zou dat oplopen tot 93 procent", weet Peeters. 'Conform de richtlijn' slaat zowel op bedrijven die geïnvesteerd hebben in groepshuisvesting als op bedrijven die de zeugenactiviteit stopgezet hebben. Ook bedrijven met minder dan tien zeugen zitten daarin vervat.
"Binnen de restgroep van zeven procent roept ruim 60 procent van de zeugenhouders het wachten op vergunningen of financieringsredenen in als verantwoording van de achterstand", vervolgt de minister-president. Hij baseert zich voor zijn antwoord op de voorlopige resultaten van een recente bevraging van Vlaamse zeugenhouders door de FOD Volksgezondheid.
De federale overheidsdienst heeft de antwoorden van 1.620 Vlaamse zeugenhouders reeds verwerkt en maakt de definitieve resultaten bekend zodra het werk is afgerond. De enquête werd overigens ook in Wallonië afgenomen. De situatie is daar vergelijkbaar zodat de voorlopige resultaten voor gans België (63% van de bedrijven is al conform en 92% is dat tegen het jaareinde) quasi identiek zijn aan de stand van zaken in Vlaanderen.
Een vijfde van alle bedrijven die deelnamen aan de enquête zullen tegen 1 januari 2013 geen of alleszins geen noemenswaardige zeugentak meer hebben. Zij hebben hun zeugen weggedaan, zijn dat nog van plan vooraleer het jaar om is of houden minder dan tien zeugen. Erg kleinschalige zeugenhouders hoeven immers niet zwaar te investeren in groepshuisvesting van de dieren.
Van de bedrijven die op dit genblik nog niet omgeschakeld of gestopt zijn, zou 17 procent in de komende maanden ophouden met zeugenhouderij. "De meeste daarvan zouden wel verder gaan met enkel vleesvarkens en/of een andere landbouwactiviteit", nuanceert Peeters.
Sinds begin 2011 anticipeert de varkenshouderij sterk op de verplichte groepshuisvesting van zeugen, zo blijkt uit cijfers van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Kris Peeters illustraat dat met enkele cijfers: "In 2011 werd voor 4,2 miljoen euro aan investeringen aangemeld. Dit jaar hebben reeds 76 zeugenhouders een aanvraag ingediend. Zij willen voor 3,9 miljoen euro investeren in groepshuisvesting van de dieren."
Jos De Meyer sprak zijn waardering uit voor de enorme slagkracht en flexibiliteit van de sector. Tevens vroeg hij bijzondere aandacht voor de 'wijkers' die niet overschakelen, ook niet op een andere landbouwactiviteit, en evenmin pensioengerechtigd zijn. De minister-president verwees naar de vzw Boeren op een Kruispunt die varkensbedrijven kan bijstaan wanneer zij met moeilijke beslissingen geconfronteerd worden.