Helft agrariërs gelooft niet meer in bulkproductie
nieuwsOpvallend is dat 64,5 procent van de tuinders van oordeel is dat Vlaanderen best ophoudt met de productie van bulkproducten. Nauwelijks één tuinder op vijf is overtuigd van het tegendeel. Van alle respondenten is overigens meer dan de helft ermee eens dat producenten uit Zuid-Amerika of Azië vrij toegang moeten krijgen tot de Europese markt als ze aan onze hygiëne- en kwaliteitsnormen voldoen. "Blijkbaar heeft men geen bedenkingen bij milieu- en sociale voorwaarden", merkt de Boerenbond-redactie op.
52,1 procent van de boeren en tuinders meent dat de uitbreiding van de EU geen nadelen oplevert. Amper 29,5 procent is van oordeel van wel, het gaat daarbij vooral om akkerbouwers. Amper de helft van de agrariërs denkt dat de Vlaamse land- en tuinbouw zonder Europese steun zal verdwijnen. 39,8 procent is het daar niet mee eens. Zoals verwacht, schommelt het antwoord op deze vraag naargelang de sector waarin men actief is.
Voor de Boerenbond-leden blijft het gezinsbedrijf de beste garantie voor een toekomstgerichte landbouw. Amper 9,7 procent ziet dat anders. Meer dan de helft van de land- en tuinbouwers meent wel dat steeds meer bedrijven zullen moeten omschakelen naar een vennootschapsvorm om vreemd kapitaal te kunnen aantrekken. 4 op 10 is gewonnen voor de afschaffing van investeringssteun die louter gericht is op schaalvergroting.
67,7 procent van de respondenten is van oordeel dat boeren en tuinders nog altijd te veel gefocust zijn op de techniek en dat ze meer bedrijfsleiders en managers moeten worden. Een derde van de respondenten wil verder groeien in de huidige bedrijfstakken, terwijl nog eens 27,9 procent er concrete plannen voor heeft. 4 agrariërs op 10 willen nog verder specialiseren. Er is dus een duidelijke dynamiek aanwezig onder land- en tuinbouwers.
Bijna 60 procent van hen vindt dat het landbouwbeleid er moet op gericht zijn om zoveel mogelijk bedrijven te behouden. Een kwart van de respondenten is het met deze stelling niet eens. 58 procent vindt wel dat de overheid 'minder toekomstgerichte bedrijven' moet stimuleren om uit de sector te stappen. Grote verdeeldheid is er over het feit of de overheid jongeren op een bedrijf met onvoldoende kansen een startverbod moet geven: 40 procent is pro, 36 procent tegen.
Ruim driekwart van de land- en tuinbouwers is het ermee eens dat contractteelten een bedreiging vormen voor de zelfstandigheid van de Vlaamse boeren en tuinders. Anderzijds is 42,1 procent van de respondenten van oordeel dat het belang van de contractteelt niet zal toenemen. 35,3 procent meent dat dit wel het geval zal zijn.
De nood aan samenwerking bij het gebruik van machines is in de sector blijkbaar zeer groot. 73,9 procent antwoordt bevestigend. Maar gevraagd in hoeverre men op het eigen bedrijf samenwerking met collega's ziet zitten, stelt bijna de helft dat het er 'wellicht nooit' van zal komen. Amper 14 procent werkt nu al samen op het vlak van machines of gemeenschappelijke energie- en watervoorziening. 86 procent van de land- en tuinbouwers stelt ten slotte dat waarden zoals solidariteit en arbeidsvreugde meer belang moeten krijgen in de sector.
Lees ook de resultaten van de Dimarso-enquête die Boerenbond liet uitvoeren onder consumenten: 17/9/06: 84 procent van de Vlamingen wil landbouw niet kwijt