nieuws

Haalbaarheid inkrimping zeugenstapel wordt onderzocht

nieuws
De landbouwadministratie bekijkt momenteel de sociale, economische en budgettaire consequenties en een aantal andere modaliteiten van het voorstel dat de Vereniging van Varkenshouders (VEVA) heeft gelanceerd over de inkrimping van de zeugenstapel. Nadien zal er een overleg komen met de hele varkenskolom. Dat antwoordde minister-president Kris Peeters op een parlementaire vraag.
20 oktober 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:02

De landbouwadministratie bekijkt momenteel de sociale, economische en budgettaire consequenties en een aantal andere modaliteiten van het voorstel dat de Vereniging van Varkenshouders (VEVA) heeft gelanceerd over de inkrimping van de zeugenstapel. Nadien zal er een overleg komen met de hele varkenskolom. Dat antwoordde minister-president Peeters op een parlementaire vraag van Karlos Callens (Open Vld).

Eind augustus lanceerde VEVA een voorstel tot herstructurering van de Vlaamse zeugenhouderij, waarbij de sector zelf zou zorgen voor het nodige budget om de herstructurering te financieren. Concreet zou er één euro geïnd worden per geslacht varken. Dat geld zou gestort worden in een fonds dat zou moeten aangroeien tot 65 miljoen euro. Daarmee zou dan een stopzettingspremie van 650 euro kunnen betaald worden om 100.000 zeugen uit de markt te nemen.

Volgens VEVA is zo’n herstructurering nodig om de toekomstgerichte bedrijven financieel niet nog meer uit te hollen. “Door biggen en varkens uit de mark te nemen, hopen we bedrijven het uitzicht te bieden op hogere biggen- en varkensprijzen”, klonk het toen. Boerenbond geloofde niet in het voorstel. De organisatie is van oordeel dat een Vlaamse aanpak niet werkt voor een Europees probleem. Bovendien vond Boerenbond het niet kunnen dat de kosten volledig worden afgewend op de blijvers in de sector.

Peeters antwoordde dat hij het voorstel van VEVA had ontvangen. “Het voorstel bevat een aantal concrete modaliteiten, maar er ontbreken er nog een heleboel. Zo is de manier waarop de afhouding geregeld moet worden, niet in het voorstel opgenomen”, aldus de minister-president. Hij haalt ook de uiteenlopende reacties op het voorstel aan om aan te manen tot de nodige omzichtigheid.

“Vooraleer wij een houding aannemen, moet er meer duidelijkheid komen over alle conceptuele, praktische en reglementaire aspecten en over de consequenties ervan. Ook moeten we alle verschillende geledingen van de varkensvleessector hierover raadplegen.” Peeters wil ook dat er bekeken wordt of het voorstel niet beter op Europees vlak wordt ingevoerd. “Dit is de enige manier om de haalbaarheid, effectiviteit en het draagvlak van het voorstel grondig te beoordelen.”

Daarom heeft de minister-president zijn administratie de opdracht gegeven om het voorbereidende werk te doen en om een overleg te organiseren met alle betrokkenen. “Pas daarna kan met dit voorstel verder gegaan worden”, stelt Peeters. Karlos Callens apprecieerde het dat het voorstel verder wordt bestudeerd. “De varkenshouders komen hoe langer hoe meer in de problemen. Het is op zijn minst de moeite waard om dit voorstel serieus te bekijken.”

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek