Groeiend aantal tuincentra bevoorraden 'gemakstuinen'
nieuws"Die cijfers moet je welk met een korreltje zout nemen", zegt secretaris Luc Nuytten van de Belgische Tuincentra Vereniging (BTV) in De Standaard. "In die cijfers zitten bijvoorbeeld ook alle Aveve-tuincentra, hoewel er daar een aantal bij zijn die nauwelijks of geen planten verkopen, maar vooral meststoffen en diervoeders". Een goed zicht op de omvang van de sector heeft zelfs de relatief jonge BTV niet.
Duidelijk is alleszins dat het om een typische KMO-sector gaat, met veel relatief kleine en familiale bedrijven. In vergelijking met Nederland, waar de tuincentra ook gemiddeld groter zijn, wordt er weinig samengewerkt tussen de verschillende bedrijven. Hoewel er toch stilaan initiatieven groeien, zegt Nuytten. Hij verwijst onder meer naar aankooporganisaties zoals Garden Retail Services en Intratuin en naar beginnende ketens zoals Horta, of naar Meesters in Groen, een soort kwaliteitslabel waaronder een aantal in buitenplanten gespecialiseerde tuincentra zich verenigden. De professionalisering van de sector is nodig om de concurrentie van doe-het-zelf-ketens zoals Brico en Gamma af te houden.
Intussen verandert de voorkeur van de Vlaming. We willen meer en meer een tuin om ons te ontspannen en minder om erin te tuinieren. "De mensen willen steeds meer een gemakstuin die minder onderhoud vergt", aldus Nuytten. "De klant wil meer gazon en minder planten. Dat zou ertoe kunnen leiden dat in de toekomst de plantenomzet minder wordt".