Glyfosaatresistente ggo-maïs op weg naar teelttoelating

De Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA geeft groen licht voor de teelt van genetisch gemodificeerde GA21-maïs. De variëteit van Syngenta is bestand tegen herbiciden op basis van de actieve stof glyfosaat. Op de juiste manier geteeld, bijvoorbeeld in een ruime teeltrotatie, verwacht EFSA geen negatieve impact op het milieu. Dit advies indachtig neemt de Europese Commissie nu een beslissing.

De wetenschappers van EFSA zien geen graten in de teelt van GA21-maïs in Europa, de import en verwerking van deze maïs en het gebruik ervan in voedsel en veevoeder. Het wetenschappelijk rapport besluit dat het onwaarschijnlijk is dat de ggo-maïs een grotere milieu-impact heeft dan gangbare maïs, terwijl ook aangetoond werd dat de maïs even voedzaam is. Er wordt wel gewezen op het belang van een goede teeltrotatie opdat het gebruik van glyfosaat geen negatief effect zou hebben.

EFSA vraagt dat de diversiteit van onkruiden in velden van deze ggo-maïs gescreend wordt zodat eventuele veranderingen ten gevolge van nieuwe herbicidenschema’s opgevolgd kunnen worden. Ook de resistentie van onkruiden tegen glyfosaat moet nauwlettend in de gaten gehouden worden. Voorts stemt de instelling grotendeels in met de door Syngenta voorgestelde monitoring van de mogelijk nadelige effecten voor mens en milieu.

Nu is het aan de Europese Commissie om de teelt van GA21-maïs al dan niet toe te laten op het grondgebied van de 27 lidstaten. Er zijn in Europa nog maar twee ggo-gewassen voor teelt toegelaten: de insectenresistente MON810-maïs van Monsanto en de zetmeelaardappel Amflora van BASF. Ondanks een teelttoelating kunnen de lidstaten in de praktijk de teelt van een ggo op hun grondgebied nog beperken of verbieden. De Europese Commissie heeft het voorbije jaar zelfs voorgesteld om de teelttoelating van ggo’s te hernationaliseren om deze patstelling te doorbreken.