"Frituurvet mag gerecycleerd worden tot biobrandstof"
nieuws"Er is een verschil tussen het rechtstreeks verbranden van de vetten of oliën voor de productie van groene energie en de chemische omzetting ervan voor biodiesel", zegt woordvoerder Jan Verheyen van OVAM. "De rechtstreekse verbranding werd vorig jaar wettelijk nog niet toegestaan, maar dat is wel het geval voor recyclage zoals de omzetting tot biodiesel".
Indien de productnormering wordt nageleefd, kan de geproduceerde biodiesel zonder problemen gecommercialiseerd worden. OVAM merkt wel op dat voor de verbranding in andere motoren dan transport momenteel nog geen Belgische norm bestaat. In afwachting daarvan vraagt de openbare afvalstoffenmaatschappij dat bij verbranding de emissienormering voor afvalverbranding wordt nageleefd. Alleen indien het om een biodiesel gaat die voldoet aan de norm van pure biodiesel voor voertuigen gaan we akkoord dat de verbranding onder de Vlaremrubriek van motoren met inwendige verbranding kan gebeuren, zo luidt het.
Bij Indinox klaagt men ook over de inzameling van frituurolie door Valorfrit. Die organisatie heeft vandaag een quasi monopolie en transporteert de ingezamelde frituurolie uiteindelijk voor verwerking naar Nederland, foetert zaakvoerder Sam De Schepper. Volgens OVAM draagt Valorfrit het vrije marktsysteem hoog in het vaandel. "Het zijn de ophalers zelf die bepalen waarde frituurvetten naartoe gaan", zegt Verheyen.
Valorfrit is een vzw die er onder meer over waakt dat de frituurvetten op een milieuverantwoorde wijze worden ingezameld en verwerkt. De organisatie rapporteert hierover aan de overheid. "In landen zoals Nederland, Duitsland en Oostenrijk is een verplichte bijmenging ingevoerd van biodiesel in transportbrandstoffen. Daarom is er een grote vraag vanuit deze landen naar gebruikte frituurvetten en -oliën en bieden bijvoorbeeld Nederlandse ophalers een betere prijs voor deze afvalstoffen", besluit de woordvoerder van OVAM.(KS)