Eindproduct mestverwerker als vervanger van kunstmest
nieuwsHet Landbouweconomisch Instituut (LEI) in Nederland onderzocht de rendabiliteit van mestverwerkingsinstallaties waarvan de eindproducten afgezet worden als kunstmestvervanger. De installaties blijken rendabel bij een mestaanvoerprijs van 11 tot 13 euro per ton. Cruciaal is dat het mineralenconcentraat als kunstmestvervanger mag ingezet worden want als alternatief voor dierlijke mest is er geen markt voor.
In het kader van de pilot mineralenconcentraten onderzoekt het LEI de rendabiliteit van acht mestverwerkingsinstallaties die het mineralenconcentraat als kunstmest mogen afzetten. Daarvoor hebben zij tijdelijk de toestemming gekregen van de Europese Commissie. Ook in Vlaanderen wordt volgens het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking geëxperimenteerd met mineralenconcentraten en kijkt men uit naar de mogelijkheden om het toe te passen als kunstmest.
De economische haalbaarheid van de installaties staat of valt met de hoogte van de mestprijzen, zowel de prijzen van drijfmest (voor aanvoer en als concurrend product bij afzet) als de afvoerprijzen van de eindproducten en de prijzen van alle concurrende meststoffen. LEI concludeert dat de installaties rendabel zijn bij een mestaanvoerprijs van 11 tot 13 euro per ton, terwijl de mestleverancier betaalt voor het transport, wegen en bemonsteren. Bij de huidige installaties moet gemiddeld gerekend worden met 7 tot 8 euro kosten per ton aangevoerde mest voor alleen de installatie in geval van nieuwbouw.
De gemiddeld betaalde prijs voor het concentraat varieerde tussen 1,25 euro in 2009 en 1,19 euro in 2010. De prijs van het mineralenconcentraat is in de eerste plaats afhankelijk van de prijzen van stikstof- en kalikunstmeststoffen, maar ook van de prijs van dierlijke mest, de locatie van de mestverwerker en de mogelijkheden die eindgebruikers zien om het concentraat in te passen in hun bedrijfsvoering. Wanneer het mineralenconcentraat niet als kunstmestvervanger gebruikt mag worden, dan verdwijnt de afzetmarkt onder invloed van de mestwetgeving zo goed als volledig, meent LEI.
Voor afname van de eindproducten en voor aanlevering van ruwe drijfmest naar de verwerkers worden nauwelijks langetermijncontracten afgesloten. De grote investering die een installatie voor het verwerken van mest tot mineralenconcentraat vergt, betekent een risico voor de investeerder. Onzekerheid over de regelgeving voor de toepassing van mineralenconcentraat als kunstmestvervanger, maakt dat risico nog groter. Door het eindproduct toe te passen op het eigen bedrijf, wordt de afhankelijkheid van de mestmarkt kleiner en kan er bespaard worden op kunstmest.
Meer info: LEI-studie 'Mineralenconcentraten uit mest'