Duitse varkensprijs beïnvloedt Vlaamse prijs sterk
nieuwsIn Duitsland is de varkensprijs vrijdag met 13 eurocent gestegen. In Vlaanderen kwam er vijf tot zes cent bij. Aangezien Duitsland de draaischijf van de Europese varkensvleeshandel is, weten Vlaamse varkensboeren na de bekendmaking van de Duitse varkensprijzen op vrijdag al welke teneur zij enkele uren later mogen verwachten van de slachthuizen bij ons. Paul Coenen van VLAM verklaart de prijsvorming in Duitsland.
Iedere vrijdag wordt in Duitsland de varkensprijs gepubliceerd voor de week die volgt, waarna enkele uren later de Belgische slachthuizen hun prijs bekend maken en op maandag gebeurt hetzelfde voor de Nederlandse markt. Op vrijdag 28 januari raakte al vroeg bekend dat de Duitse varkensprijs met 13 eurocent steeg. De Vlaamse slachthuizen volgden in de late namiddag deze tendens. Op de website van het beleidsdomein Landbouw en Visserij is te zien dat er bij de meeste slachthuizen vijf tot zes cent per kilo bijkomt.
De Belgische varkensprijs is met andere woorden sterk gelinkt aan de Duitse, wat Paul Coenen verklaart door de rol die Duitsland verworven heeft als draaischijf van de varkensvleeshandel in Europa. Het is naast de grootste importeur (met 1 miljoen ton) ook de grootste exporteur ter wereld geworden. In 2010 waren ze met een varkensvleesexport van 2,23 miljoen ton zelfs groter dan de Verenigde Staten. “Dus als je vandaag vlees verkoopt, in Duitsland, maar ook overal elders in de wereld en zelfs op de Belgische thuismarkt, moet je rekening houden met de Duitse concurrentie en met de Duitse prijzen,” besluit Coenen.
Paul Coenen is als directeur van het VLAM-kantoor te Keulen goed geplaatst om de prijsvorming in Duitsland toe te lichten. Hij legt uit dat 12.000 Duitse varkenshouders via een dertigtal verschillende groeperingen vertegenwoordigd zijn in de overkoepelende groepering van afzetcoöperaties VEZG. “Elk van deze dertig spelers deelt wekelijks zijn verwachte prijs en aanbod mee. Het gewogen gemiddelde van deze 30 prijzen wordt elke vrijdag gepubliceerd door de grootste VEZG-deelnemer: de afzetcoöperatie ISN”, schetst Coenen.
Hij benadrukt dat het dus allesbehalve om een prijzencommissie gaat. “Van de Duitse karteldienst mogen geen prijsafspraken gemaakt worden. Enkel voor de publicatie van de verwachte gemiddelde weekprijs heeft de vereniging de toelating”, zegt Coenen. De prijs die bekend gemaakt wordt, is dus een prijsverwachting aan de aanbodzijde. Aan de afnemerszijde - de slachthuizen - wordt geen gemeenschappelijke prijs gepubliceerd, “afspraken of overleg daarover zijn uitdrukkelijk verboden”.
“Slachthuizen moeten dus ook de verwachte weekprijzen niet volgen”, zo zegt Coenen. “Ze kunnen individueel met hun leveranciers onderhandelen, maar geen overlegde prijs opleggen aan de VEZG-leden, waar de prijsverwachtingen verzameld worden, noch aan ISN, die de prijzen publiceert.
Coenen vertelt dat de Duitse slachtwereld recent een consolidatiegolf kende. “Nochtans is de slachtsector er proportioneel net even versnipperd als in België”, nuanceert hij dit meteen. De top 10 van de Duitse slachthuizen vertegenwoordigde in 2009 72 procent van het aantal geslachte varkens. “Dit is nagenoeg hetzelfde marktaandeel als de top 10 in België, al is één operator in Duitsland met ruim 13 miljoen slachtingen op zich natuurlijk gigantisch”, aldus Coenen.
De grootste druk op de varkensprijs ligt volgens Coenen niet bij de slachthuizen, maar bij de retailers wiens marktmacht veel sterker is. “Op alle Duitse vleescongressen wijst men de Duitse retail en vooral dan de sterke discountketens aan als grote schuldige. De onderlinge concurrentie tussen de distributieketens is moordend, met druk op alle voedingsprijzen”, verklaart Coenen.
Coenen ziet in de wereldmarkt geen alternatief voor het Europees overschot aan varkensvlees. “Naast de situatie op de Duitse markt is de basis van het probleem de verzadiging op de internationale markten en een prijsvorming die niet in verhouding staat met de evolutie van de voederprijzen”, stelt Coenen. Het is de wereldmarkt voor varkensvlees die doorwerkt in de prijsvorming van alle operatoren in de branche. Ook de Duitse productie heeft hier volgens Coenen sterk onder te lijden aangezien het land sinds 2005 een belangrijke netto exporteur is van varkensvlees.