nieuws

"Driftreductie voorkomt srengere regels bufferzones"

nieuws
De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) vindt in oppervlaktewater het vaakst gloyfosaat, en daar zal het gebruik van Roundup voor opritten en voetpaden niet vreemd aan zijn, zo staat te lezen in Boer&Tuinder. Maar Boerenbond wijst er zijn leden ook op dat de VMM heel wat pesticiden aantreft die nauwelijks buiten de land- en tuinbouwsector gebruikt worden. Een reeks technieken kunnen ertoe bijdragen dat ook in de toekomst voldoende pesticiden beschikbaar blijven en dat de reglementering voor bufferzones niet strenger wordt.
25 augustus 2008  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:44
De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) vindt in oppervlaktewater het vaakst gloyfosaat, en daar zal het gebruik van Roundup voor opritten en voetpaden niet vreemd aan zijn, zo staat te lezen in Boer&Tuinder. Maar Boerenbond wijst er zijn leden ook op dat de VMM heel wat pesticiden aantreft die nauwelijks buiten de land- en tuinbouwsector gebruikt worden. Een reeks technieken kunnen ertoe bijdragen dat ook in de toekomst voldoende pesticiden beschikbaar blijven en dat de reglementering voor bufferzones niet strenger wordt.

Overal in Vlaanderen geldt langs waterlopen een bufferzone van een meter, voor boomgaarden is dat zelfs drie meter. Daarnaast werd per bestrijdingsmiddel een bufferzone ingesteld in functie van de toxiciteit voor diverse waterorganismen zoals vissen, ongewervelde dieren, algen en waterplanten. "Sinds de reglementering van bufferzones in voege is, kregen heel wat gewasbeschermingsmiddelen toch een erkenning mits het respecteren van die bufferzones", weet Boerenbond-medewerkster Karolien Cools.

Ze wijst er op dat de ongewenste drift van pesticiden niet alleen schade kan veroorzaken in waterlopen en voor naburige teelten. Het risico bestaat ook dat de dosis op het eigen perceel te laag wordt. Voor boeren is het bovendien interessant om weten dat de toepassing van driftreducerende maatregelen in sommige gevallen toelaat om de bufferzones te verkleinen. Factoren die de hoeveelheid drift beïnvloeden, zijn de weersomstandigheden, spuittechniek, randstructuren en eigenschappen van de spuitvloeistof. "Maar over dit laatste bestaat veel discussie".

Boerenbond adviseert de telers onder meer om vooral 's ochtends en in de vooravond te spuiten, wanneer het iets frisser is en er een hogere luchtvochtigheid is. Vaak is er dan ook minder wind. De organisatie wijst er ook op dat het gebruik van kleine druppels voor heel wat toepassingen niet noodzakelijk is. Dat is belangrijk omdat grotere druppels niet eenmaal minder driftgevoelig zijn. Verder is de keuze van de spuitdop eveneens van cruciaal belang. "Driftreducerende spleetdoppen, luchtmengdoppen en luchtondersteunende doppen zijn het minst driftgevoelig", zegt Cools.

Lanbouwers kunnen de drift van pesticiden ook beperken door zogeheten 'randstructuren' te voorzien langs de percelen, hetgeen vooral wordt toegepast bij boomgaarden. Het gaat om een haag, groenscherm, de aanleg van een groenzone of de plaatsing van een windscherm. "De driftreductie die men hiermee realiseert, is afhankelijk van de hoogte en porositeit van het scherm", besluit Cools, die de telers oproept om gezamenlijk te voorkomen dat de reglementering voor bufferzones strenger gemaakt wordt.(KS)

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek