Dierenwelzijn ook voor de melkveehouderij een uitdaging
nieuwsEen toenemende professionalisering, automatisering en specialisering vergroot de efficiëntie waarmee dierlijke voeding wordt geproduceerd. Of deze evolutie ook gunstig is voor het dierenwelzijn wordt betwist zodat ILVO dieper ingaat op het welzijnsvraagstuk. Burgers maken zich het meeste zorgen over het welzijn van pluimvee, maar ook de melkveehouderij staat voor uitdagingen, zo blijkt.
Onderzoek op dierenwelzijn is een relatief jonge wetenschappelijke discipline. Verschillende studies over dezelfde dierenwelzijnsvraag komen soms tot tegenstrijdige conclusies. “Dat komt omdat de definitie van ‘welzijn van landbouwdieren’, en dus de manier van meten, nogal durft te
variëren”, verklaart Frank Tuyttens, onderzoeker aan het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).
Wetenschappelijk onderzoek kan objectieve antwoorden geven op de vragen omtrent individuele deelaspecten van dierenwelzijn, maar heeft het moeilijker om een objectief totaalbeeld van welzijn te bepalen. “De geloofwaardigheid en maatschappelijke impact van dierenwelzijnonderzoek kan dus sterk afhangen van de mate waarin de burger overtuigd kan worden van de juistheid en volledigheid van de wetenschappelijke invulling van het begrip dierenwelzijn”, leidt Tuyttens hieruit af.
Daarom wil ILVO met onderzoek inzake het welzijn van landbouwdieren naar buiten treden zodat het niet alleen wordt voorgelegd aan collega-onderzoekers, maar vooral ook aan veehouders, aan allerhande belangengroepen en aan de burgers. De laatste mededeling van ILVO leert dat burgers zich het meest zorgen maken over het welzijn van pluimvee. Het welzijn van melkvee krijgt de beste evaluatie.
Toch staat ook de melkveehouderij voor uitdagingen wat dierenwelzijn betreft, zo leert het rapport. Enerzijds beantwoorden moderne veehouderijtechnieken naar verwachting beter aan de biologische behoeften van het dier, anderzijds impliceert schaalvergroting dat de veehouder mogelijks minder aandacht kan besteden aan een individueel dier. Bovendien worden steeds meer koeien het jaar rond opgestald (op 4% van de Vlaamse melkveebedrijven).
“Deze evoluties in de melkveesector kunnen een negatieve impact hebben op zowel het imago van de sector als het welzijn van het vee als daar niet op een correcte manier wordt op ingespeeld”, zegt Tuyttens. Inzet van nieuwe technologieën, automatisatie en moderne stalconcepten maken het mogelijk om rekening te houden met het welzijn van de koeien. Aan dergelijke technologische toepassingen hangt echter een prijskaartje en ze zijn ook niet altijd zaligmakend. “Het is namelijk heel belangrijk dat de melkveehouder zelf overtuigd is van het belang van het welzijn van zijn dieren”, aldus Tuyttens.
Als het gaat over dierenwelzijn, wordt de consument vaak van een ‘dubbele moraal’ beschuldigd die de evolutie naar een hoger welzijn van landbouwdieren in de weg staat. In hun burgerrol vinden mensen dierenwelzijn wel belangrijk, maar er zijn andere productkenmerken die ze nog belangrijker vinden, waardoor ze in hun consumentenrol niet snel kiezen voor diervriendelijke producten met een hoger prijskaartje. In Vlaanderen geeft ongeveer 36 procent van de bevolking aan belang te hechten aan het welzijn van onze landbouwdieren, maar het is niet hun topprioriteit. Slechts 11 procent is bereid een meerprijs te betalen.
Consumenten hechten meer belang aan dierenwelzijn bij hun aankoopgedrag als de verpakking duidelijke informatie geeft over het veehouderijsysteem. Meer dan de helft van de Belgen geeft echter aan dat ze op de verpakking zelden kunnen afleiden of het product al dan niet afkomstig is van een diervriendelijk veehouderijsysteem. “Daar moet nog verder in geïnvesteerd worden, wil men het koopgedrag sturen in de richting van meer diervriendelijke producten”, concludeert het rapport.
Om de consument te behoeden voor ‘information overload’ kan volgens de ILVO-onderzoekers geopteerd worden voor het integreren van meer welzijn in bestaande labels. Naast het ontwikkelen van een nieuw dierenwelzijnslabel of het integreren van welzijn in een bestaand label kan ook geopperd worden om dierenwelzijn op te nemen in de lastenboeken van de huismerken van grootwarenhuizen. Op die manier kan dierenwelzijn gebruikt worden om positieve associaties te creëren bij het imago van het warenhuis en zijn huismerk.
“De huidige prijzenoorlogen tussen de verschillende supermarkten maken het echter niet evident om zich te differentiëren op kwaliteitskenmerken als dierenwelzijn die dikwijls een meerprijs met zich meebrengen”, vrezen de onderzoekers. Toch tonen ze zich niet pessimistisch wat de maatschappelijke bereidheid betreft om meer te betalen voor een beter welzijn van landbouwdieren. “Als alle actoren samen hun verantwoordelijkheid opnemen en
een gemeenschappelijk doel nastreven, kan de vicieuze cirkel wel degelijk doorbroken worden”, menen ze.
Meer info: ILVO-onderzoek naar het welzijn van landbouwdieren
Lees ook geVILT: 'Welzijn van dieren onder de loep van de wetenschap'