"Dankzij forse investeringen is versleping beheersbaar"
nieuwsIn een reactie op een ILVO-proefschrift zet de mengvoederindustrie de forse investeringen in de verf die het probleem beheersen van versleping van gemedicineerd in gewoon veevoeder. "De gemiddelde versleping is teruggebracht tot vier procent", benadrukt beroepsvereniging BEMEFA, "en meer dan de helft van onze leden beschikt over een eindmenger die de versleping tot minder dan één procent terugbrengt."
De mengvoedersector heeft sedert 2001 geïnvesteerd in het voedselveiligheidssysteem GMP. In GMP worden verslepingsmethodes vastgelegd. Elk GMP-gecertificeerd bedrijf is verplicht om iedere twee jaar een verslepingstest uit te voeren. BEMEFA, de beroepsvereniging van mengvoederfabrikanten, evolueert de inspanningen jaarlijks en stelt vast dat het probleem van versleping via veevoeder is teruggebracht tot vier procent.
Mengvoederbedrijven investeren sedert 2006 in eindmengers. Meer dan de helft van de BEMEFA-leden beschikt over een eindmenger, waarbij de gemiddelde versleping tot minder dan één procent wordt gereduceerd. De vereniging heeft dan ook zijn bedenkingen bij de percentages waarmee in het doctoraat van ILVO-onderzoekster Valerie Vandenberge gerekend wordt, namelijk tot 10 procent versleping. "Dat wordt in realiteit niet meer gemeten", luidt het.
De GMP voorziet, naast het meten van de versleping, eveneens in beheersmaatregelen. Eén van de fundamentele beheersmaatregelen is het opleggen van de productievolgorde. Zo is het bijvoorbeeld verboden leghennenvoeder of melkveevoeder te produceren na een gemedicineerd voeder. De Belgische mengvoedersector investeert eveneens in innoverende technologie. Zo is een fijndoseertoestel op de vrachtwagen in staat om het geneesmiddel toe te voegen aan het voeder net voor het vullen van de silo van de veehouder.