Daling broeikasgasuitstoot landbouw stokte in 2008

Het Vlaams Milieurapport toont volgens minister Schauvliege aan dat het milieubeleid de afgelopen 20 jaar op zowat alle onderdelen vooruitgang heeft geboekt, al blijven de uitdagingen groot. Zo is de Vlaamse broeikasgasuitstoot in 2010 toegenomen tot 85,3 miljoen ton. Het aandeel van de landbouw bedraagt 11 procent. De sector realiseerde een daling met 17 procent ten opzichte van 1990. Sinds 2008 stijgt de emissie weer.

Op grond van voorlopige cijfers blijkt de broeikasgasuitstoot in 2010 te zijn toegenomen tot 85,3 miljoen ton, vooral buiten, maar ook binnen de handel in uitstootrechten (ETS). “Oorzaken zijn de strenge winters en het economisch herstel”, verklaart minister van Leefmilieu Joke Schauvliege. Voornamelijk de huishoudens alsook de industrie binnen ETS en de energiesector buiten ETS zijn verantwoordelijk voor de stijging.

Terwijl de totale emissie van broeikasgassen in Vlaanderen met één procent (t.o.v. 1990), respectievelijk twee procent (t.o.v. 2000) afnam, realiseerde de landbouwsector een daling van 17 en 8 procent in diezelfde perioden. In 2008 keerde die trend en sindsdien nam de emissie opnieuw toe met vijf procent. “Dat is voor de helft toe te schrijven aan de glastuinbouw en voor een kwart aan de groeiende veestapel”, verklaart de Vlaamse Milieumaatschappij. Wellicht zorgen WKK-installaties in eigen beheer van glastuinbouwers voor meer emissie op conto van deze sector.

De landbouw heeft een groter aandeel (11%) in de totale broeikasgasemissie dan zijn economische grootte en het energieverbruik van de sector doen vermoeden. Ruim de helft van de Vlaamse lachgasemissie komt grotendeels direct uit de landbouwbodem. Bovendien komt ook 77 procent van de Vlaamse methaanemissie uit de landbouw. “N2O en CH4 hebben een 310 en 21 keer groter broeikaseffect dan CO2”, verklaart VMM het grotere aandeel van de landbouw.

Inspanningen om de emissies verder te reduceren, worden volgens het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 prioritair gericht op rationeel energiegebruik en het aanwenden van minder koolstofintensieve brandstoffen in de glastuinbouw, meer WKK’s en de teelt van energiegewassen. Een beter beheer van de organische stof in de landbouwbodem kan de bodememissie verder beperken. Volgens VMM kunnen ook vleesmatiging en brongerichte maatregelen die de emissie door mestproductie doen afnemen, bijdragen aan de vermindering van de broeikasgasemissie.

Meer info: MIRA Indicatorrapport 2011