"Carbon footprint is onmisbaar begeleidingsinstrument"
nieuwsBoerenbond is tevreden dat er een methode is ontwikkeld die de carbon footprint van de Vlaamse veehouderijproducten kan bepalen. “Met dit begeleidingsinstrument kunnen we de carbon footprint van de veehouderij bijsturen waar haalbaar”, zegt voorzitter Piet Vanthemsche. Volgens de landbouworganisatie werden in het verleden te vaak foute parameters en allocaties gebruikt.
Boerenbond heeft actief meegewerkt aan het ontwikkelen van de methodologie. “We hebben vanuit onze praktijkervaring en –gegevens geholpen om de Vlaamse veehouderij in kaart te brengen. Parameters als worpgrootte, voederconversie, vlees-, melk- en eierproductie per dier, enz. zijn doorslaggevend voor de carbon footprint. Tegelijkertijd is hun numerieke waarde ook regiogebonden en varieert in functie van de productiewijze en het bedrijfsmanagement”, klinkt het. De landbouwboekhouding die Boerenbond al decennialang voert, kon heel wat belangrijke gegevens voor de Vlaamse veehouderij aanleveren.
De landbouworganisatie noemt de methode die in opdracht van het Departement Landbouw en Visserij werd ontwikkeld, een goede basis om de carbon footprint van de Vlaamse veehouderij in kaart te brengen en op sectorniveau na te gaan welke stappen haalbaar zijn om de footprint verder te laten dalen. “In het verleden werden al goede resultaten geboekt, denk maar aan mestinjectie, emissiearme stallen, andere voedersamenstelling, betere voederconversie of het verhogen van de rentabiliteit per dier. Hierdoor kon de uitstoot van CO2-equivalent al drastisch dalen. Onderzoek en studie kunnen leiden tot nog betere resultaten”, meent de voorzitter.
Daarnaast wil Boerenbond er ook op wijzen dat de carbon footprint maar een deel van het duurzaamheidsverhaal is. “Wanneer we enkel inzetten op carbon footprint, dan kan de watervoetafdruk of de productiviteit onder druk komen te staan. Blindelings vertrouwen op de carbon footprint kan het hele duurzaamheidsverhaal vervormen, iets wat we zeker moeten vermijden.” Ook wijst de landbouworganisatie erop dat de dierlijke productie een biologisch proces is waarbij je nooit een rendement van 100 procent kan halen.
“Boeren werken met levende materie en daar zijn input en output niet perfect controleerbaar en becijferbaar. Het weer en ziektes spelen een rol, maar ook elk dier is anders”, legt Vanthemsche uit. Hij roept de rest van de keten ook op om samen te werken om het resultaat te versterken. “De studie beperkt zich tot de primaire sector, maar ook in de rest van de voedselketen worden initiatieven genomen om de carbon footprint van voedingswaren in te perken.”