Brochure verschaft varkensboer objectieve richtwaarden

Minister-president Kris Peeters maakte deze maand het Vlaams actieplan voor de varkenshouderij bekend. Transparantie is één van de pijlers van het actieplan zodat de publicatie ‘Vlaamse bedrijfseconomische richtwaarden varkenshouderij’ breed gedragen kerncijfers openbaar maakt. “Dit rapport is een onmisbaar instrument bij belangrijke bedrijfsbeslissingen”, benadrukt Peeters.

Tijdens de dialoogdagen varkenshouderij in de loop van 2011 kwam de nood naar boven om over objectieve Vlaamse gegevens te beschikken om investeringen en rendabiliteit binnen de varkenssector te evalueren. Voor Vlaanderen bestond een dergelijk document nog niet. Objectieve cijfers zijn wel terug te vinden in verschillende rapporten die de Vlaamse overheid jaarlijks publiceert. Samen met diverse andere gegevensbronnen dienden ze als basis voor de opmaak van richtwaarden voor de Vlaamse varkenshouderij.

Vaak baseren varkenshouders zich voor beslissingen op hun bedrijf op voorlichting van verschillende commerciële partners, elk met hun eigen invalshoek. Al die betrokkenen (onder meer banken, veevoederfabrikanten en adviesbureaus) kwamen in een stuurgroep bijeen om breed gedragen richtcijfers uit te werken. In een open sfeer discussieerden de stuurgroepleden over elke richtwaarde. In een volgende stap combineerden ze alle richtwaarden tot voedersaldi en brutosaldi voor zeugen- en vleesvarkenshouderij. De stuurgroep is van mening dat de voorgestelde saldi over een langere periode stabiel zullen zijn.

Het document kwam tot stand onder de coördinatie en redactie van de afdeling Monitoring en Studie van het Departement Landbouw en Visserij. Vertegenwoordigers van de beroepsvereniging van mengvoederfabrikanten Bemefa, de organisatie voor landbouwers in problemen Boeren op een Kruispunt, landbouworganisaties ABS en Boerenbond, het proefcentrum PVL Bocholt, adviesbureaus DLV, SBB, LIBA en CCAB, banken KBC, Landbouwkrediet en BNP Paribas Fortis, onderzoeksinstelling ILVO en het Departement Landbouw en Visserij zorgden voor een breed draagvlak binnen de stuurgroep. De stuurgroep zal de volgende jaren blijven samenkomen om de saldi te evalueren, te actualiseren en verder te perfectioneren.

De publicatie is opgebouwd rond twee centrale hoofdstukken, waarin voor de zeugenhouderij en de vleesvarkenshouderij de saldi berekend worden. Die saldi zijn toepasbaar op bedrijven en kunnen aangepast worden aan specifieke bedrijfssituaties, wanneer bedrijfsspecifieke cijfers voorhanden zijn die afwijken van de voorgestelde richtwaarden.

In het eerste hoofdstuk schetst het rapport een aantal omgevingsfactoren en algemene kosten en factoren. Zo wordt ingegaan op een gemiddeld gezinsbudget dat uit de activiteit gehaald moet kunnen worden en enkele algemene kosten, die nogal kunnen verschillen van bedrijf tot bedrijf, zoals de kosten voor water en mestafzet.

In het tweede hoofdstuk komt de zeugenhouderij aan bod. Via richtwaarden voor onder meer voederprijs zeugen en biggen, en aantal verkochte biggen per zeug op 23 kg, wordt een saldo berekend per zeug en per zeugenplaats. Aangezien de betaalde prijs voor biggen sterk varieert met de lotgrootte, wordt het saldo gecorrigeerd voor afwijkende lotgroottes.

Het derde hoofdstuk behandelt de vleesvarkens. Op een gelijkaardige manier als bij de zeugenhouderij wordt via de richtwaarden voor voederconversie, groeitraject, voederprijs en verkoopprijs vleesvarkens een saldo per afgeleverd vleesvarken, per gemiddeld aanwezig vleesvarken en per vleesvarkensplaats berekend.

Het afsluitende hoofdstuk gaat over de niet-toegerekende kosten: vaste kosten zoals stallen, nutriëntenemissierechten en een aantal provisies waarmee de varkenshouder rekening moet houden.

Meer info: Vlaamse bedrijfseconomische richtwaarden varkenshouderij