Boerenbond betreurt eenzijdige berichtgeving over MIRA

Boerenbond betreurt de tendentieuze berichtgeving over de landbouwresultaten in het Milieurapport 2010 van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). “We stellen vast dat een aantal milieuparameters die (licht) negatief evolueren in de verf worden gezet, terwijl de parameters die blijvend gunstig of zelfs voor een eerste keer een positieve evolutie vertonen, nauwelijks tot niet aan bod komen”, klinkt het.

Deze week publiceerde VMM haar jaarlijkse milieurapport (MIRA Indicatorrapport 2010). In dit rapport worden de milieuresultaten van de verschillende Vlaamse sectoren in kaart gebracht. Daarin werd een (licht) negatief resultaat opgetekend voor een aantal parameters, zoals de emissies van verzurende stoffen, fijn stof en broeikasgassen. “Dit resultaat wordt toegeschreven aan de groei van de veestapel, maar enige duiding is wel wenselijk”, klinkt het bij Boerenbond.

De landbouworganisatie meent dat deze emissies voor de meeste parameters slechts minimaal zijn en dat ze bekeken moeten worden in het licht van de grote inspanningen die de voorbije decennia werden geleverd. Zo stijgt de emissie van verzurende stoffen het laatste jaar met 0,5%. Tussen 2000 en 2009 is het resultaat echter positief, namelijk een substantiële daling met 26%. Ook de emissie van fijn stof neemt tussen 1990 en 2009 af met 25%. Daar tegenover staat een toename van nauwelijks 1,5% in 2009.

Boerenbond is ook van mening dat wanneer men de resultaten berekent per eenheid geproduceerd product, dit wellicht een heel ander beeld geeft. “De landbouwsector levert al jarenlang inspanningen om de milieu-impact te verkleinen.” De organisatie benadrukt dat de huidige groei van de Vlaamse veestapel gerealiseerd wordt ‘mits mestverwerking’. “Op basis van dit principe worden dus bijkomende nutriënten geproduceerd die niet op Vlaamse bodem terecht komen.”

Volgens Boerenbond zijn een aantal evoluties ook makkelijk te verklaren. Zo wordt de stijging in emissies van broeikasgassen, toegeschreven aan de landbouwsector, grotendeels veroorzaakt door een toename van WKK-installaties in de glastuinbouw. “Deze installaties zorgen voor een grotere uitstoot als gevolg van een toenemend gebruik van aardgas. De energiebesparing die daarmee wordt gerealiseerd en de bijdrage die deze installaties leveren aan de WKK-doelstellingen van Vlaanderen worden niet vermeld. Meer nog, deze bijdragen worden op rekening geschreven van de energiesector”, klinkt het verontwaardigd.

Milieuparameters die gunstig evolueren worden volgens de landbouworganisatie dan weer te weinig tot niet benadrukt. “Een voorbeeld is de blijvende daling van de vermestende emissie. Tussen 2000 en 2007 daalde die met 67 procent. Ook voor ammoniakemissie blijft de positieve evolutie zich doorzetten, ondanks de groeiende veestapel. Dit dankzij de doorgedreven milieu-inspanningen. De emissie is sinds 1990 gedaald met 56%. De agrarische sector behaalt dan ook met glans de milieubeleidsdoelstelling die werd vooropgesteld”, stelt Boerenbond.

Tenslotte kennen een aantal resultaten voor de eerste maal een positief resultaat en kan er volgens Boerenbond gesproken worden van een trendbreuk. “Zo vertoont het fosfaatgehalte in akkerlanden en weilanden pas sinds 2008 een gunstige evolutie. Hetzelfde geldt voor het organisch stofgehalte in de bodem. Ook hier wordt voor het eerst sinds de jaren ’80 een daling vastgesteld van de percelen met een koolstofgehalte onder de streefzone. Maar deze resultaten worden dan weer onvoldoende belicht.”

“De landbouwsector is zich bewust van de toekomstige uitdagingen en de inspanningen die nog kunnen en moeten geleverd worden”, zegt Piet Vanthemsche, voorzitter van Boerenbond. “ We zijn bereid onze verantwoordelijkheid op te nemen en verder te evolueren naar een meer duurzame landbouw die zijn impact op het milieu tot een minimum tracht te beperken. Het minste wat wij van de overheid kunnen verwachten, is dat hierover op een correcte en evenwichtige manier gerapporteerd wordt.”