nieuws

"Biobrandstoffen catastrofaal voor het klimaat"

nieuws
"De verdere expansie van de huidige eerste generatie biobrandstoffen heeft een catastrofale impact op het klimaat en de voedselvoorziening. De Europese Unie moet dringend van koers veranderen", zegt klimaatexpert Peter Tom Jones van de K.U.Leuven, die naar eigen zeggen de frustratie van de landbouwers begrijpt. "Biobrandstoffen waren voor hen een welgekomen oplossing. Dat daar nu kritiek op komt, leidt tot verkrampte reacties".
30 april 2008  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:42
"De verdere expansie van de huidige eerste generatie biobrandstoffen heeft een catastrofale impact op het klimaat en de voedselvoorziening. De Europese Unie moet dringend van koers veranderen", zegt klimaatexpert Peter Tom Jones in De Standaard. Nog niet zoveel jaren geleden werden biobrandstoffen voorgesteld als dé oplossing voor het milieu- en klimaatprobleem, maar vandaag lijkt van die droom niet veel meer over te blijven.

De landbouwlobby ziet de biobrandstoffen nochtans graag komen. "Ik begrijp de frustratie van de landbouwers in Europa. Zij proberen zich al jaren om te schakelen om hun voortbestaan te verzekeren. De biobrandstoffen waren voor hen een welkome oplossing. Dat daar nu kritiek op komt, leidt tot verkrampte reacties. Maar die kritiek betekent niet dat we het kind met het badwater moeten weggooien", zegt Jones van de K.U.Leuven.

"Voor sommige Belgische boeren bijvoorbeeld blijft het een goede optie om op braakliggende gronden koolzaad te telen voor de productie van pure plantaardige olie (PPO), een alternatieve biobrandstof met heel wat voordelen. Alleen heb je veel koolzaadvelden nodig om ppo te produceren. Daarom is koolzaad alleen geschikt voor kleinschalig gebruik. In landen in het Zuiden kan biodiesel op basis van jatropha, een niet-voedselgewas, een interessante oplossing bieden, opnieuw op voorwaarde dat de productie kleinschalig gebeurt".

"In de vakliteratuur duiken stemmen op die waarschuwen voor het gevaar van een grootschalige productie van die eerste generatie biobrandstoffen", vervolgt Jones. "Dat gevaar is wetenschappelijk bewezen. Maar het duurt altijd een tijdje voor die bewijzen ook doordringen tot het politieke niveau en daar ernstig worden genomen. De biobrandstoffen van de eerste generatie, die worden geproduceerd uit voedselgewassen zoals suikerriet, maïs, soja of oliepalmen, scoren op het vlak van hun energie- en CO2-balans helemaal niet zo goed. Vooral de netto CO2-score, die naast het verminderen van de olieafhankelijkheid voor de Europese Commissie toch een van de belangrijkste redenen was om biobrandstoffen te stimuleren, is catastrofaal".

In landen zoals Brazilië, India en Maleisië is de productie van biobrandstoffen booming business geworden, "maar dat gaat daar ten koste van maagdelijke ecosystemen, zoals regenwoud of savanne, die worden vernietigd voor het telen van energiegewassen", aldus Jones. "'In Maleisië bijvoorbeeld, waar verschillende types regenwoud plaats moeten ruimen voor de teelt van oliepalmen voor biodiesel, bedraagt de koolstofschuld 86 tot 423 jaar. Dat wil zeggen dat we 86 tot 423 jaar lang permanent palmolie moeten produceren vooraleer men de eerste netto CO2-winst kan boeken. Dat is gewoon onverantwoord".

Voor een echte oplossing is het wachten op de tweede generatie biobrandstoffen? "Het grote voordeel van biobrandstoffen van de tweede generatie, zoals de vaak genoemde cellulose-bioethanol, is dat ze uit niet-voedselgewassen zoals prairiegrassen, maïsafval, hout of landbouwafval kunnen worden gehaald. Ze vereisen geen extra water of kunstmest en hebben geen invloed op de voedselproductie. Maar het productieprocédé om cellulose in suiker om te zetten, is ingewikkeld. De tweede generatie biobrandstoffen staat nog ver van een commerciële oplossing", besluit Jones.(MP)

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek