BioForum opent debat over transitie van voedselsysteem
nieuwsOp uitnodiging van BioForum en Triodos Bank gaf Olivier De Schutter, VN-rapporteur voor het recht op voedsel, een lezing in Brussel over een agro-ecologisch landbouwsysteem als antwoord op de voedselcrisis. "Agro-ecologie belooft voldoende voedsel met behulp van slimme technieken zoals agroforestry", zegt De Schutter, "en het vermijdt de paradox van te duur voedsel voor de consument, terwijl de producent te weinig krijgt."
"Met dit initiatief wil BioForum een bijdrage leveren aan het debat over de transitie van het voedselsysteem", zegt voorzitter Johan Devreese. "De doelstellingen van biologische productie passen volledig in het plaatje van agro-ecologische landbouw zodat biolandbouw een prominente rol te spelen heeft in het maatschappelijk transitiedebat inzake voeding en de noodzakelijke heroriëntatie van het landbouwbeleid." Op zijn beurt wil Triodos Bank de bedrijfspolitiek van maatschappelijk verantwoorde financieringen in de verf zetten.
Vanuit verschillende hoeken wordt nagedacht over transities naar een meer duurzame voeding en landbouw. In 2008 concludeerden meer dan vierhonderd wetenschappers wereldwijd dat vooral kleinschalige landbouwsystemen een cruciale rol zullen spelen in de voedselvoorziening van een steeds grotere wereldbevolking. Uit het IAASTD-rapport 'Agriculture at a Crossroads' blijkt dat meer en meer wetenschappers overtuigd geraken dat de toekomst in agro-ecologische landbouw ligt.
Een felle pleitbezorger van agro-ecologie is Olivier De Schutter, professor internationale mensenrechten aan de Université catholique de Louvain en speciaal VN-rapporteur voor het recht op voedsel. Na zijn eerste termijn van drie jaar als VN-rapporteur kiest De Schutter in zijn rapport 'Agro-ecology and the right to food' voluit voor een agro-ecologisch landbouwsysteem als antwoord op de voedselcrisis. De VN-rapporteur ontwaart overigens niet één voedsel(prijs)crisis, maar drie crisissituaties.
"In ontwikkelingslanden zorgt de vlucht van arme, kleinschalige boeren naar de steden voor een armoedecrisis", zegt De Schutter. "De groep arme stedelingen groeit dus, maar bijna de helft van de één miljard mensen die te arm zijn om voldoende voedsel te kopen, zijn nog steeds boeren."
De groep arme boeren zijn bovendien het grootste slachtoffer van de tweede crisis, met name de ecologische crisis. "De klimaatverandering heeft in ontwikkelingslanden al zichtbare gevolgen voor de voedselproductie", verklaart De Schutter, "en ook erosie en het verlies aan plantendiversiteit baren zorgen." Tot slot noemt hij dan de voedselcrisis zelf die zowel ondervoeding kan inhouden als een onevenwichtig dieet.
Als antwoord op die crisissituaties en de steeds stijgende wereldbevolking grijpt de VN-rapporteur niet naar technologieën die louter gericht zijn op het verhogen van de landbouwproductie. Hij ziet meer mogelijkheden in agro-ecologische landbouw die in natuurlijke interactie gaat met zijn omgeving. Agro-ecologie houdt onder meer rekening met zuinig watermanagement, biologische plaagbestrijding, agroforestry en het functioneren in kringlopen door landbouw en veeteelt beter op elkaar af te stemmen.
"Een agro-ecologische boer is minder afhankelijk van inputs zoals kunstmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen", legt De Schutter uit, "wat niet wil zeggen dat hij ze volledig weert zoals een bioboer doet." Agroforestry noemt hij een goed voorbeeld aangezien boslandbouwsystemen grote aan woestijnzand verloren oppervlakten in Tanzanië, Malawi en Zambia opnieuw in cultuur hebben kunnen brengen.
Agro-ecologie belooft zowel voldoende voedsel door landbouwers in te wijden in deze "slimmere manier van landbouw", als beschikbaar voedsel omdat arme boeren besparen op dure inputs zoals kunstmest waarvan de prijs sterk afhankelijk is van de prijs van fossiele brandstoffen. Die afhankelijkheid van fossiele brandstoffen noemt De Schutter één van zijn voornaamste bekommernissen. "Het Amerikaans landbouwministerie USDA waarschuwt dat tussen 1940 en 2000 onze voedselproductie steeds afhankelijker werd van olie, maar zelfs in het Westen hebben we geen 'uitstapstrategie' in het licht van de dalende oliereserves", hekelt hij.
De Schutter wil als VN-rapporteur bruggen bouwen tussen wetenschap, ngo's en overheden en stelt daarbij vier prioriteiten. "Overheden moeten publieke goederen zoals onderzoek boven private goederen zoals meststoffen leren waarderen", meent hij. Kennisverspreiding is een tweede doelstelling, waarvan hij vindt dat die best van boer tot boer gebeurt. "Meer (eigendoms)rechten voor vrouwen in ontwikkelingslanden is cruciaal voor de voedselvoorziening", somt hij verder op. Als vierde en laatste prioriteit eindigt hij bij het reguleren van markten aangezien "kleinschalige landbouwers best produceren voor de lokale markt".
Opdat agro-ecologie ingang zou vinden, zijn volgens De Schutter twee grote transities nodig. "In een erg lange voedselketen is de paradox dat voedsel te duur is voor de consument, terwijl de producent te weinig voor zijn waren krijgt zodat een kortere voedselketen zich opdringt met niet alleen aandacht voor voldoende voedsel, maar ook voor voldoende beschikbaar voedsel", aldus De Schutter. "Tegelijk dient zich de overgang naar een meer duurzame landbouw aan die lonend is voor producent en consument. Die mag niet beheerst worden door het streven naar een hogere productie, maar zal vooral efficiënt moeten omgaan met grondstoffen als grond, water en energie."
Na de lezing door Olivier De Schutter vond een debat plaats om na te gaan welke obstakels er zijn in de transitie naar een agro-ecologische landbouw, hoe deze weggenomen kunnen worden en welke rol de (Vlaamse) biosector daarbij kan spelen. Vertegenwoordigers van de landbouworganisaties, ngo's, voedingsindustrie, distributie en wetenschap debatteerden achter gesloten deuren om in alle openheid creatief te kunnen meedenken.