Akkoord tussen landbouw en natuur over 'De Liereman'
nieuwsIn het gemeentehuis van Oud-Turnhout ondertekenden landbouw en natuur een raamakkoord omtrent het gebied ‘Landschap De Liereman en omgeving’. “De uitdaging was om hier ‘topnatuur’ te realiseren zonder te raken aan de belangrijke landbouwactiviteiten”, verklaart Vlaams minister van Natuur Joke Schauvliege. “Respect voor elkaars visie is de sleutel tot samenwerking”, meent minister-president Kris Peeters.
Landschap De Liereman en omgeving ligt in het noorden van de provincie Antwerpen op het grondgebied van de gemeenten Oud-Turnhout, Arendonk en Ravels. Op een oppervlakte van 1.630 hectare biedt het een verscheidenheid aan natuurlijke biotopen met een hoge biodiversiteit, een dynamische landbouw, rijke erfgoedwaarden en hoge belevingswaarden. In het gebied zijn 100 landbouwers actief die daar een oppervlakte van 930 hectare bewerken.
In 2006 startte de Vlaamse regering, in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, met een overlegproces over landbouw, natuur en bos in de Noorderkempen. Dit overleg kon voortbouwen op de basis die gelegd werd bij de opmaak van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Oud-Turnhout. Inmiddels liepen ook nog andere processen zoals het vastleggen van de instandhoudingsdoelstellingen in het kader van het Natura 2000-netwerk, het beheer en de uitbreiding van het erkende natuurreservaat en de voorbereiding van de aanduiding als ankerplaats en erfgoedlandschap.
Ondanks de verschillende ruimteclaims en talrijke discussiepunten resulteerde het intensieve lokale overleg in 2008 in een gezamenlijk standpunt van de partners op het terrein over de ruimtelijke ontwikkeling van landbouw en natuur voor het landschap De Liereman en omgeving. Dit werd door de Vlaamse regering gehonoreerd door in 2008 een aantal acties aan elkaar te koppelen: de voorwaardelijke herbevestiging van het noordelijk deel dat grotendeels agrarisch gebied is, de versterking van de natuurlijke structuur in het zuidwestelijk deelgebied en het uitwerken van verweving in het zuidoostelijk deelgebied en tot slot door ook specifieke maatregelen voor natuur uit te werken.
Om te komen tot gedragen realisaties op het terrein werd door de Vlaamse regering tegelijkertijd beslist tot de opmaak van een raamakkoord omtrent een flankerend landbouwbeleid en natuurontwikkeling. Met de ondertekening van het raamakkoord geven landbouworganisaties, natuurbeweging en de andere partijen aan dat zij in alle openheid en vertrouwen willen komen tot de realisatie van de beslissing van de Vlaamse regering. “Deze aanpak maakt het Landschap de Liereman en omgeving tot een voorbeeld dat aantoont dat overleg tussen verschillende sectoren kan uitmonden in afspraken die een win-win-situatie betekenen”, meent Kris Peeters. Erkenning van elkaars legitieme doelen en bezorgdheden, respect, streven naar rechtszekerheid, tijd en transparantie, beschouwt hij daarbij als de sleutelbegrippen.
Landbouwer Piet Bastiaens hield een pleidooi voor rechtszekerheid na jaren van onduidelijkheid en drukte zijn hoop op een eerlijk compenserend beleid uit. De minister-president begrijpt dat 'De Liereman' voor de landbouwers geen gemakkelijk proces was en dat zij met een “gezond wantrouwen” naar het akkoord kijken. De landbouwsector in de streek moet immers verder met een groot verlies aan landbouwoppervlakte. De komende jaren wordt werk gemaakt van de uitvoering van het raamakkoord door het maken van gebiedgerichte analyses en actieplannen, het zoeken naar concrete oplossingen voor individuele landbouwbedrijven en het realiseren van maatregelen op het terrein voor natuur, landbouw, erfgoed, recreanten en gebruikers, met respect voor de eigenaars.
De Vlaamse Landmaatschappij werd in dit complexe beleidsdomein- en bestuursniveauoverschrijdende dossier gevraagd om als bruggenbouwer de uitvoering van het raamakkoord te coördineren en te ondersteunen. “De uitvoering moet met kennis, daadkracht en de juiste instrumenten gebeuren”, meent Vlaams minister van Natuur Joke Schauvliege, “waarbij de socio-economische inbedding in de omgeving niet uit het oog verloren mag worden.” De partners in het raamakkoord wensen op gepaste wijze alle actoren in het buitengebied te betrekken door hen te informeren en te laten participeren.