"Aardappel redde ons van de pest"
nieuwsOndertussen kregen vijf gelukkigen een publicatie. Vorige week was Martine Parmentier (48), moeder van vier kinderen en OCMW-raadslid (CD&V), aan de beurt. "Ik heb in 1980 een demografische studie gemaakt over de mortaliteit in Roeselare in de 17de en 18de eeuw. Tamelijk uitzonderlijk, want in het verleden was geschiedenis eigenlijk het verhaal van politiek en oorlog. Ik onderzocht hoe het dagelijkse leven van de Roeselarenaar in die periode verliep".
"Wekenlang kampeerde ik in het kabinet van de toenmalige eerste schepen en telde ik de registers alle geboorten en overlijdens. Nadien goot ik alles in grafieken en probeerde er de nodige conclusies aan vast te knopen. De cijfers waren vaak onthutsend. In november 1697 bijvoorbeeld stierven 700 stadsgenoten aan de pest. Dat cijfer is nog schrikwekkender als je weet dat er toen slechts drieduizend mensen woonden in Roeselare. Hele families verdwenen", aldus Parmentier.
Pastoors konden het aantal begrafenissen niet meer bijhouden. Toen de aardappel zijn intrede deed in de regio was er een opvallende kentering. "Het is dankzij de aardappel dat onze regio eindelijk pestvrij werd. Dit compleet nieuwe voedingsproduct zorgde ervoor dat de bevolking aansterkte. In Frankrijk zag men die patat niet echt zitten. De pest duurde er langer. Nu nog altijd is de aardappel in Frankrijk minder belangrijk dan bij ons. Hier krijg je die naast je groenten op je bord. Daar is het ofwel groenten, ofwel een aardappel", vertelt Parmentier.