Aantal stopzettingen in West-Vlaanderen het hoogst
nieuwsDat het aantal stopzettingen in West-Vlaanderen het hoogst is, is niet verwonderlijk aangezien deze provincie de meeste landbouwbedrijven telt. Van de 36.680 bedrijven die Vlaanderen nog telt, zijn er 11.730 of 32% in West-Vlaanderen gelegen.
De stopzettingsvergoedingen kaderen in de milieudoelstellingen en de verplichting aan de Europese nitraatrichtlijn te voldoen door onder meer de afbouw van de veestapel te stimuleren. De Vlaamse regering besliste in 2002 om in 2003 zowel een inschrijfperiode voor de afbouw van de varkensstapel als een inschrijfperiode voor de afbouw van de pluim- en rundveestapel te voorzien. Alle bestaande veeteeltbedrijven met een geldige milieuvergunning kwamen hiervoor in aanmerking.
In de periode 2001-2003 dienden 834 West-Vlaamse boeren of 46 procent van het totaal aantal Vlaamse boeren een stopzettingsvergoeding in. Ook in Oost-Vlaanderen was de respons groot met 439 aanvragen of 24 procent. In de provincie Limburg dienden er in die periode slechts 166 boeren of 9 procent een stopzettingsvergoeding in. In de provincies Antwerpen waren dat 227 boeren (13 procent) en in Vlaams Brabant 146 landbouwers (8 procent).
Volgens Vandeput valt het op dat vooral oudere bedrijfsleiders gebruik hebben gemaakt van de maatregel. 35 procent van de aanvragers was ouder dan 60 jaar. Meer dan 40 procent van de aanvragers was daarentegen slechts tussen de 41 en de 60 jaar oud, zo luidt het.
De goedgekeurde aanvragen in 2003 betekenden een afbouw van de Vlaamse veestapel met 30.987 runderen, 110.335 varkens en 641.262 stuks pluimvee.