header.home link

6 procent minder opbrengst in vier grootste aardappellanden van EU

15 november 2022

De aardappelopbrengst in de vier belangrijkste productielanden in Noordwest-Europa zal zes procent lager liggen dan vorig jaar. Dat stelt North-western European Potato Growers (NEPG). De organisatie waarschuwt ook voor 2023. “Door de torenhoge productie- en bewaarkosten zullen aardappeltelers sneller kiezen voor granen en dat zal zijn impact hebben op het aardappelareaal”, klinkt het.

Lees meer over:
bewaarloods aardappelen

"De regen in september heeft ervoor gezorgd dat er nog extra tonnen gewonnen konden worden. Daardoor kon de globale opbrengst in de EU-4 boven de verwachtingen stijgen”, zegt NEPG. De organisatie was begin september nog uitgegaan van een daling van de aardappeloogst van 7 tot 11 procent. Nu de oogst is afgelopen, is duidelijk geworden dat de daling beperkt blijft tot 6 procent in vergelijking met 2021. Het gaat om de tweede daling op rij, want in 2021 was de opbrengst ook al 3,9 procent lager dan een jaar eerder. In vergelijking met het vijfjaarlijks gemiddelde gaat het om een daling van 6,1 procent.

“We zien dit jaar grote verschillen tussen landen, regio’s en landbouwbedrijven. Die verschillen zijn groter dan ooit”, zegt NEPG. Lokale weersomstandigheden en het feit of er irrigatie werd gebruikt of niet, verklaren de spreiding tussen 30 ton per hectare en 65 ton per hectare.

De daling is het grootst in België. Daar valt de opbrengst maar liefst 18,7 procent lager uit dan in 2021 en dat ondanks een groter areaal. In Frankrijk gaat het om een daling van 9,5 procent. “Verschillende Belgische en Franse aardappeltelers zullen niet de gecontracteerde hoeveelheid aardappelen kunnen leveren”, is te horen.

In Duitsland bleef de opbrengstdaling beperkt tot 4 procent. De uitzondering van de vier landen vormt Nederland. Daar werd een opbrengststijging genoteerd van 13,3 procent. Het land heeft dan ook met voorsprong de hoogste opbrengsten per hectare gerealiseerd: 48 ton per hectare. In België was die het laagst met 38,9 ton per hectare, op de voet gevolg door Frankrijk (39 ton per ha). In Duitsland ging het om 42,3 ton per hectare.

De North-western European Potato Growers waarschuwt ook meteen voor de torenhoge productiekosten. “Er is geen enkele landbouwer in de NEPG-zone die de gestegen productiekosten niet heeft gevoeld de afgelopen maanden”, luidt het. De organisatie geeft daarbij twee voorbeelden: de elektriciteitsprijzen zijn tussen oktober 2021 en oktober dit jaar gestegen met 280 procent en in dezelfde periode zijn de dieselprijzen gestegen met 55 procent.

“Als je de hogere productiekosten combineert met de trend van lagere opbrengsten per hectare als gevolg van de klimaatverandering en bodemvermoeidheid, dan zijn de productiekosten per hectare nog sterker omhooggegaan en dat zullen ze nog verder doen”, aldus NEPG. “Om die reden moeten de contractprijzen en -voorwaarden omhoog, willen de verwerkers zeker zijn dat er volgend jaar nog voldoende aardappelen worden geplant. Zeker door de huidige hoge graanprijzen kiezen veel landbouwers ervoor om tarwe en gerst te zaaien.”

De organisatie wijst erop dat één van de manieren om een eerlijke prijs voor aardappelen te betalen, is te werken met kostprijsindicatoren. “Contractprijzen moeten gelinkt worden aan een reeks prijsindexen, zoals van energie, kunstmest, machines en uitrusting, loonwerkkosten en gebouwen. Zo kan er een instrument ontwikkeld worden voor het opstellen van contracten. Want aan het einde van de dag is het toch zo dat een landbouwer alleen een gewas zal telen als hij er ook iets aan verdient”, besluit NEPG. 

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek