236 varkensboeren dienen dossier in voor uitkoopregeling
Bijna 25 procent van de aangeschreven landbouwers heeft interesse getoond om in de vrijwillige stoppersregeling te stappen. Dat meldt de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). “Het is minder dan verwacht, maar gezien de huidige gunstige marktsituatie een begrijpelijk resultaat en een belangrijke eerste stap om de varkensstapel tegen 2030 met 30 procent te verminderen”, aldus VLM. Minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) zei dinsdag in het parlement dat na de verlaging van de drempel 75 tot 80 procent van de varkenshouders in aanmerking komt.
De varkensstapel met 30 procent verkleinen tegen 2030. Dat streefdoel legde de regering vast in het stikstofakkoord. Vandaag zijn er 5,86 miljoen varkens in Vlaanderen. Dat moeten er dus over zeven jaar 1,8 miljoen minder zijn. Eén van de ondernomen stappen om die doelstelling te halen, is een vrijwillige uitkoopregeling.
In totaal kwamen 980 Vlaamse landbouwbedrijven in aanmerking voor de vrijwillige steunregeling die werd uitgewerkt voor de stopzetting van varkensstallen. 236 varkensboeren toonden interesse en dienden hiervoor een aanvraagdossier in bij VLM. Als alle dossiers effectief worden goedgekeurd en uitgevoerd, dan wordt ingeschat dat dit tot een reductie van de varkensstapel leidt van ongeveer 295.000 varkens.
Aangezien het voorziene budget van 200 miljoen euro niet volledig zal worden besteed, heeft de Vlaamse regering op 16 juni principieel beslist om de steunregeling uit te breiden door de drempel van de impactscore te verlagen van 0,5 procent naar 0,025 procent. Over dat besluit wordt het advies ingewonnen van de Raad van State. Volgens Brouns komen in dit geval zo'n 3.000 bedrijven in aanmerking voor de regeling. "Dat gaat dan over 75 tot 80 procent van het aantal varkenshouders in Vlaanderen die nu kunnen intekenen. Dat maakt dat die 30 procent wel heel realistisch wordt als we nu al op 18 procent zitten", aldus de landbouwminister.
Dossierbehandeling
Experten van VLM gaan nu aan de slag met de aanvraagdossiers en kijken na of die aan de voorwaarden voldoen. “De dossiers die het eerst ingediend werden, zullen we eerst behandelen”, aldus VLM. “In juli al kunnen dan de eerste beslissingen over de vergoedingen verstuurd worden.” In september worden de laatste landbouwers geïnformeerd over de beslissing. “Ze vernemen dan of hun dossier is goedgekeurd en hoeveel de financiële vergoeding bedraagt. Op dat moment kan de landbouwer beslissen of hij het besluit al dan niet aanvaardt en of hij de varkensstal effectief stopzet en eventueel ook sloopt.”
Verdere stappen
De stopzetting van de varkensstal moet gebeuren binnen één jaar nadat de beslissing is ontvangen. Voor de sloop heeft de landbouwer twee jaar tijd. Zodra de stal gestopt en/of gesloopt is, kan de landbouwer een aanvraag tot uitbetaling indienen. VLM heeft vervolgens twee maanden de tijd om de vergoeding uit te betalen.
Bron: Vlaamse Landmaatschappij
