nieuws

Zestien ecosysteemdiensten in Vlaanderen uitgeplozen

nieuws
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft zestien ecosysteemdiensten, voordelen die de maatschappij van de natuur ontvangt, in kaart gebracht. De rapporten zijn een deel van het volgende natuurrapport NARA-T, dat de toestand en de trends van ecosystemen in Vlaanderen bespreekt. Landbouwers zijn de beheerders van de ecosysteemdienst voedselproductie. Maar de vergoeding die ze hiervoor krijgen, is volgens het rapport laag. Landbouw levert met voedsel een ecosysteemdienst, maar heeft ook negatieve effecten op andere ecosysteemdiensten. Met agro-ecologie menen de auteurs dat probleem te kunnen milderen.
2 juli 2014  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:26

Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft zestien ecosysteemdiensten, voordelen die de maatschappij van de natuur ontvangt, in kaart gebracht. De rapporten zijn een deel van het volgende natuurrapport NARA-T, dat de toestand en de trends van ecosystemen in Vlaanderen bespreekt. Landbouwers zijn de beheerders van de ecosysteemdienst voedselproductie. Maar de vergoeding die ze hiervoor krijgen, is volgens het rapport laag. Landbouw levert met voedsel een ecosysteemdienst, maar heeft ook negatieve effecten op andere ecosysteemdiensten. Met agro-ecologie menen de auteurs dat probleem te kunnen milderen.

INBO heeft 16 ecosysteemdiensten in evenveel rapporten besproken en in kaart gebracht voor Vlaanderen. Elk van de rapporten geeft een overzicht van hoe de ecosysteemdienst geleverd wordt, welke baten hieruit voortvloeien, hoe die baten gewaardeerd worden en in welke mate het gebruik van een dienst de levering van andere diensten beïnvloedt. Daarnaast worden de toestand en de trend van elke dienst kwantitatief besproken en waar mogelijk ruimtelijk in kaart gebracht.

De zestien ecosysteemdiensten worden onderverdeeld in drie groepen: producerende diensten (voedselproductie, wildbraad, hout, energiegewassen en water), regulerende diensten (bestuiving, plaagbeheersing, behoud bodemvruchtbaarheid, luchtkwaliteit, geluidsoverlast, erosierisico, overstromingsrisico, kustbescherming, globaal klimaat, waterkwaliteit) of culturele diensten (groene ruimte voor buitenactiviteiten).

Een paar voorbeelden uit de rapporten die toegankelijk zijn op www.nara.be. In Vlaanderen wordt 45 procent van de landoppervlakte aangewend voor de voedselproductie, maar om aan de huidige voedingsconsumptie te voldoen is 60 procent van de landoppervlakte nodig, als er niets ingevoerd wordt weliswaar. Hiervan is 28 procent toe te wijzen aan plantaardige en 72 procent aan dierlijke voedingsmiddelen. Het Vlaamse voedselaanbod vermindert aanzienlijk door de aanwending van voedsel en veevoeder als huisdierenvoeding. De geschatte voederoppervlakte van alle katten, honden en paarden in Vlaanderen komt overeen met 20 procent van onze landoppervlakte.

Moderne landbouw heeft de productie sterk verhoogd door de toevoeging van externe inputs. Deze externe inputs hebben evenwel een negatieve invloed op de biodiversiteit en op de weerstand tegen stress door bijvoorbeeld droogte en ziektes. Biodiversiteit speelt een belangrijke rol bij nagenoeg alle voedselgerelateerde ecosysteemprocessen. Denk onder meer aan nutriëntenretentie, plaagbeheersing en bestuiving. In het rapport staat te lezen dat de modernisering van de landbouw nog steeds gepaard gaat met een verlies aan biodiversiteit. Het zijn vooral de soorten die gebonden zijn aan voedselarme situaties en de specialisten (bv. veldleeuwerik) die achteruitgaan. De meeste milieudrukken zijn wel afgenomen. Zo is de druk op het waterleven tussen 1990-2010 met 60 procent verminderd.

Nog volgens INBO en de andere auteurs gaat landbouw gepaard met tal van negatieve effecten voor andere ecosysteemdiensten. Deze negatieve effecten zouden verminderd kunnen worden door een systeemverandering naar agro-ecologische landbouw. Per hectare zijn de ecosysteemdiensten van agro-ecologische landbouw groter dan deze van moderne landbouw. Maar door zijn lagere voedselopbrengst per hectare vereist een agro-ecologische landbouw per hectare meer oppervlakte dan moderne landbouw. Aangezien de wereldvoedseloppervlakte niet kan uitbreiden, zal de voedselvraag moeten wijzigen (bv. minder vlees). Dat bewerkstelligen is niet eenvoudig en vergt meestal een (zeldzame) systeemverandering. Vandaag wordt minder dan één procent van de voedselproductieoppervlakte agro-ecologisch beheerd.

Wat de ecosysteemdienst ‘wildbraadproductie’ (jacht) betreft, valt onder meer op dat er veel meer cijfermateriaal nodig is, zowel over de wildpopulaties als de socio-economische aspecten. Duidelijk is wel dat de ecosysteemdienst afneemt. De 12.000 Vlaamse jagers doden jaarlijks 800.000 dieren, wat naar schatting 720.000 kilo wildbraad oplevert met een waarde van 1,8 miljoen euro. Uit de ecosysteemdienst ‘houtproductie’ blijkt dat de informele markt van particulier brandhout, goed voor 500.000 kubieke meter hout per jaar, groter is dan de 250.000 kubieke meter die via de formele kanalen en de 200.000 kubieke meter die via particulieren aan professioneel houtkoopmannen aangeboden wordt.

Aan het natuurrapport NARA-T, waar de ecosysteemdienstrapporten deel van uitmaken, werkten in totaal veertig auteurs mee van INBO, universiteiten, het Departement Landbouw en Visserij, het Agentschap voor Natuur en Bos en het Waterbouwkundig laboratorium. De teksten werden aan een uitgebreid lectorenproces onderworpen, waaraan 107 experts van 38 instellingen uit het maatschappelijk middenveld, de Vlaamse administraties en wetenschappelijke instellingen deelnamen.

Meer info: Ecosysteemdienstenrapporten

Bron: Belga / eigen verslaggeving

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek