Zeeuwen halen eerste oogst mosselen boven water

In het westelijk deel van de Oosterschelde kweekt Jan Bout al jaren mosselen. "De hangcultuur is slechts goed voor 5 procent (2 miljoen kilo) van de mosselkweek", zegt Bout. "Al de rest is bodemcultuur. Maar veel uitbreidingsmogelijkheden hebben we niet, we komen eigenlijk plaats te kort."

Mosselen uit de hangcultuur zijn sneller rijp dan die uit bodemcultuur. Dat komt omdat ze meer zonlicht krijgen en meer algen ter beschikking hebben vlak onder de waterlijn. Bij het oogsten van de schelpdieren komt heel wat handwerk kijken. Net zoals in de Nederlandse serres voor groenten en fruit zijn er op zee heel wat seizoensarbeiders.

Bij de kweek hechten babymosselen, ook wel bekend als mosselzaad, zich in het water via de stroming vast aan touwen. "De mosseltjes worden daarna in een soort kous 'opgesokt' zodat ze niet van het touw vallen", zegt Bout. "Op twee jaar tijd groeien de kleintjes uit tot volwassen exemplaren."

Ongeduldige Belgen

De Zeeuwse mosselkwekers krijgen jaarlijks vanaf begin mei telefoontjes van Belgische horecazaken om te polsen wanneer de oogst klaar is. Om tegemoet te komen aan die vraag werden ooit onsuccesvolle proefprojecten in Scandinavië opgezet. Uiteindelijk evolueerde men naar de huidige hangcultuur. Pas in juli zijn ook de mosselen van bodemcultuur klaar voor de export.

In theorie hebben mosselen van bodemcultuur een iets stevigere schelp en een ziltere smaak. "Maar zelfs ik zie niet altijd het verschil", besluit Bout. "Het is in ieder geval een goede kwaliteit die de komende weken alleen maar beter zal worden."

Voor de consument is er goed nieuws: de prijzen per kilo zouden vergelijkbaar zijn met vorig jaar.