Zeebrugge en Oostende voortaan één grote vismijn

Vlaams minister-president Kris Peeters en Vlaams minister Hilde Crevits hebben donderdag hun handtekening gezet onder de erfpachtovereenkomst voor de gebouwen van de Oostendse Vismijn. De uitbating komt de volgende 66 jaar in handen van de Zeebrugse Visveiling (ZV) en het European Fish Center (EFC), de exploitanten van de Zeebrugse vismijn. Door de toekenning blijft er één grote vismijn aan de Vlaamse kust over.

De Vlaamse regering ging in 2009 in op het aanbod om de gronden en gebouwen van de Oostendse Vismijn van de stad Oostende over te nemen. Hierdoor ontstond er een opportuniteit voor een nauwere samenwerking tussen de twee grote Vlaamse vismijnen. Er volgde een Europese rondvraag. Naast de Zeebrugse collega's was er interesse van de Nederlandse visafslag in Urk. Enkel de Zeebrugse kandidatuur bleek ontvankelijk.

ZV en EFC gaan zwaar investeren in Oostende. Er komt een nieuw vismijngebouw van 2.000 vierkante meter. Daarnaast wordt 5.000 vierkante meter voorzien voor visverwerkende bedrijven. "We zullen actief zijn op twee locaties, maar met één veilingsysteem", zegt directeur Johan Van de Steene van de ZV. "De toekomst van de visserijactiveiten in Oostende blijft gewaarborgd".

Door de synergie tussen Oostende en Zeebrugge ontstaat een visveiling met 65 miljoen euro omzet. Daarmee wordt de visveiling één van de grootste van Europa. De veiling zal jaarlijks 17.000 ton vis via eenzelfde verkoopsysteem op de markt brengen. Daardoor zal meer stabiliteit ontstaan en kan het Vlaams product, volgens gedelegeerd bestuurder Noël Devisch van ZV, internationaler worden geprofileerd.