Landbouwtechniek ‘witteren’ erkend als immaterieel erfgoed door Unesco
nieuwsHet traditioneel irrigeren van grasland waarbij stromend water via sloten tot op het grasland wordt geleid, in Vlaanderen ook wel 'witteren' genoemd, staat vanaf vandaag op de Unesco-lijst van immaterieel cultureel erfgoed. “Een belangrijke erkenning van een duurzame, energieonafhankelijke en op biodiversiteit gerichte oplossing voor de watervoorziening in de landbouw”, duidt Chantal Bisschop, aanspreekpunt immaterieel erfgoed bij Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Witteren is een eeuwenoude landbouwtechniek waarbij enkel de zwaartekracht en de natuurlijke stroming van het water wordt gebruikt, zonder inzet van pompsystemen. In grote delen van Europa werd grasland vanaf de vroege middeleeuwen tot diep in de twintigste eeuw op deze manier bevloeid, ook bij ons in België. Door het bevloeien wordt vocht en mineraalrijk slib afgezet tussen de plantenwortels in het veld. Door de opkomst van moderne landbouwmachines en -technieken, en het gebruik van kunstmest verdwenen deze praktijken grotendeels. Behalve in Lommel, want daar vormen ‘De Vloeiweiden’ vandaag de grootste gereactiveerde, aaneengesloten oppervlakte vloeiweiden in beddenbouw zoals er vooral in de 19de eeuw op grote schaal werden aangelegd in Europa.
Uniek in Lommel
Het witteren kent in Lommel al een geschiedenis van 170 jaar en nergens in Europa wordt nu nog op dezelfde schaal op deze oude wijze grasland bevloeid, enkel en alleen door vrijwilligers. “Vroeger werd het hooi van de vloeivelden gebruikt om de paarden van het Belgische leger en de Antwerpse paardentram te voederen. Maar toen de vraag naar hooi wegviel, stopte het witteren ook op de vloeivelden in Lommel en werd het grasland niet meer onderhouden”, aldus Davy Paulus van Natuurpunt Lommel. “In 1975 verkocht de eigenaar de grond aan het stadsbestuur die samen met vrijwilligers twee hectare aan vloeiweiden herstelde en terug in gebruik nam.” Sindsdien produceert het gebied elke zomer hooi met kruiden in.
Lommel had het voordeel dat de grote aanvoergreppel en de infrastructuur zoals de opvangbekkens en sluizen nog intact waren. “In de buurt van het kanaal Bocholt-Herentals liggen veel vloeiweides verspreid, maar de meesten zijn ondertussen verdwenen”, legt Paulus uit. “Met bodemscanners kunnen we ondertussen de bodemstructuren bekijken en dan worden de vloeiweides terug zichtbaar.” Het gebrek aan infrastructuur is niet de enige reden waarom Lommel als enige nog wittert. “Witteren is vrij arbeidsintensief en vraagt een volgehouden inspanning van veel vrijwilligers”, aldus Paulus. “In totaal zijn er zo’n 35 vrijwilligers en desondanks er veel grijze koppen in de groep zitten, worden ook jongeren nog geënthousiasmeerd door de eeuwenoude irrigatietechniek. Witteren is vrij goed verankerd in het Lommelse dorp Kolonie, het wordt er van generatie op generatie doorgegeven. Het vergt dan ook een kennis en kunde waar je ervaring moet voor opdoen alvorens je aan de slag kan. In vergelijking met vroeger worden sommige werken ondertussen door lichte machines gedaan in de plaats van paarden. Maar we letten er wel op dat er geen te zware machines worden gebruikt. Bodemverdichting is namelijk de grootste vijand van witteren.”
Erfgoed
In 2019 plaatste voormalig minister van Cultuur Sven Gatz het witteren reeds op de Vlaamse inventaris van immaterieel erfgoed. “Witteren waarbij afgevloeid wordt via greppels in bedden, is een unieke techniek van de Lage Landen omdat we hier met vlakke terreinen zitten”, duidt Paulus. “In de Alpen doet men ook aan witteren, maar daar op een andere manier. Daar worden sloten bijvoorbeeld tegen de heuvel uitgegraven en afgeblokt zodat het water vanzelf de heuvel afstroomt.” Om die kennis en kunde over witteren op internationaal vlak te borgen, werkten zeven Europese landen samen aan een uitgebreid dossier tot een Unesco-erkenning.
Zo werden de beoefenaars van het witteren begeleid door experts, ngo’s, natuurparken en overheidsinstanties om hun aanvraag in te dienen bij het Intergouvernementeel Comité voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed. “En met succes”, reageert Chantal Bisschop. “Vanuit Vlaanderen werkten we met CAG intensief samen met de witteraars uit Lommel. Het is heel waardevol dat ook hun uitgebreide kennis, maar ook culturele betekenis en sociale praktijken die samenhangen met traditionele irrigatie, op internationaal niveau zichtbaar gemaakt worden.”
Erkenning
De plaats van witteren op de Unesco-lijst van immaterieel erfgoed zien de Lommelse vrijwilligers als een internationale erkenning van al het goede werk die ze de voorbije 45 jaren hebben gebracht. “We ervaren het als een erkenning maar ook als een versterking”, zegt Paulus. “Het werk van de vrijwilligers wordt nu als waardevol bestempeld en dat stimuleert om het werk verder te zetten.”
Ook Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) is lovend over de erkenning op Unesco-niveau. “Hiermee zetten we de rijke diversiteit van ons immaterieel cultureel erfgoed wereldwijd in de schijnwerpers”, aldus Jambon. “De erkenning onderstreept het belang van samenwerking en kennisdeling. Daarnaast laat dit zien dat een hedendaags thema als duurzaamheid hand in hand kan gaan met erfgoed."
