Wereldwijd veel meer landbouwgrond nodig voor voedsel
nieuwsTechnologische verbeteringen in de landbouw zijn niet afdoende om een groeiende wereldbevolking te voeden die een 'rijker' dieet met bijvoorbeeld meer vlees gaat consumeren. "Voor negen miljard mensen met een Westers voedselpatroon heeft een landbouw naar Westers model 70 tot 100 procent meer grond nodig om voldoende voedsel te produceren", zo blijkt uit onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Sanderine Nonhebel, hoofddocent voedsel en milieu aan de Rijksuniversiteit Groningen, maakte aan de hand van data van de Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) een gedetailleerd overzicht van de veranderingen in de hoeveelheid landbouwgrond die nodig waren om de voorbije 46 jaar te voldoen aan de voedselvraag. Zij koppelde de gegevens vervolgens aan voorspellingen over bevolkingsgroei, technologische vooruitgang in de landbouw en veranderingen in voedselpatronen in de toekomst.
Het wereldwijde plaatje ziet er op het eerste gezicht hoopgevend uit. "De gemiddelde hoeveelheid land nodig om een persoon te voeden, is gedaald door technologische verbeteringen zoals kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen", vertelt Nonhebel. Gemiddeld eet een aardbewoner nu weliswaar 500 kcal meer dan 46 jaar geleden en stegen de beschikbare calorieën van 2.250 tot 2.750 kcal per persoon per dag. Tegelijkertijd echter daalde de hoeveelheid landbouwgrond die voor een dergelijke portie eten nodig is van 2.650 tot ongeveer 1.700 m² per jaar.
Toch blijken de technologische verbeteringen niet voldoende om de bevolkingsgroei te compenseren. De totale hoeveelheid landbouwgrond steeg in de bestudeerde periode dan ook met 267 miljoen hectare. Door grote aantallen mensen in Azië, Zuid-Amerika en Afrika die zich een rijker dieet kunnen veroorloven, zal de vraag naar landbouwgrond de komende tientallen jaren verder stijgen. Lagere geboortecijfers als gevolg van toenemende welvaart compenseren dat niet omdat het effect daarvan pas veel later merkbaar is, zo stelt Nonhebel.
Hoge vleesconsumptie en veel plantaardig vet domineren het Westerse voedselpatroon, samen zo’n driekwart van de gebruikte landbouwgrond opeisend. In Azië is dat nu nog slechts de helft, maar het aandeel stijgt snel. "Als China zich massaal op de internationale voedselmarkt gaat begeven, stijgt de prijs van voedsel en bijgevolg ook van veevoeder. Veehouders merken dat direct", waarschuwt de docente, die niettemin gelooft dat er voor de Nederlandse landbouw meer kansen dan bedreigingen zijn.
"In dichtbevolkte landen als India en China is er relatief weinig landbouwgrond per hoofd van de bevolking beschikbaar. Zij zullen dus, wanneer ze daar geld voor hebben, voedsel gaan importeren", legt Nonhebel uit. Volgens haar ligt daar voor de Nederlandse landbouwsector een mogelijkheid. "We hebben prima landbouwgrond en kunnen veel meer produceren en exporteren dan dat we nu doen." De Nederlandse consument zal echter meer gaan betalen voor zijn eten, vermoedt de onderzoekster. "De prijzen zullen gaan stijgen doordat er meer vraag is naar voedsel. Maar ik denk dat deze ontwikkeling voor Nederland zo slecht niet uitpakt."
Bron: eigen verslaggeving/Belga