Wereldbank zoekt 18 miljard euro voor derde wereld

De Wereldbank schat dat 18 miljard euro nodig is om de gevolgen van de gestegen olie- en voedselprijzen op te vangen in de armste landen. Op korte termijn is 10 miljard euro nodig voor de aankoop van zaden en meststoffen en een sociaal vangnet voor de boeren in de derde wereld. Op middellange termijn komt daar nog eens 8 miljard extra bij voor investeringen in landbouw en energie in 81 landen. Dat zei de Wereldbank in aanloop van een vergadering van de acht rijkste landen ter wereld (G8) die begin volgende week doorgaat.

Europees Landbouwcommissaris Mariann Fischer Boel kondigde donderdag al aan dat de EU ontwikkelingslanden gaat helpen met de aankoop van zaden en meststoffen. Een groot deel van dat project zal gefinancierd worden met niet-gebruikt landbouwgeld. “We moeten nu in actie schieten om de oogsten van komende seizoenen te verhogen”, waarschuwde ze. “De toegenomen productie zal ook helpen om de markten te stabiliseren”. Volgende week wil de Europese Commissie een aantal concrete maatregelen klaar hebben.

Begin volgende week vergaderen de rijkste acht landen ter wereld (G8) over de gestegen energie- en voedselprijzen. De voorzitter van de Wereldbank, Robert Zoellick, riep de leden van de G8 op tot een vaste bijdrage aan het Wereldvoedselprogramma. Zoellick dringt ook aan op de aanleg van voedselvoorraden, die aangesproken kunnen worden voor humanitaire doelen. De Wereldbank trekt de financiële steun voor voedsel en landbouw op van 4 tot 6 miljard euro voor projecten als irrigatiesystemen, verbeterde landbouw en toegang tot de markt.

“We hebben de voedselproductie onderschat”, geeft Wereldbank-directeur Ngozi Okonjo-Iweala toe. Begin jaren 90 ging nog 12 procent van de leningen van de Wereldbank naar landbouw. Begin deze eeuw was dat nog maar 4 procent. De Nigeraanse bevestigt dat vooral Afrika steun kan gebruiken. Afrika gebruikt maar 41 procent van het bewerkbare land en slechts 5 procent van de landbouwgronden is er geïrrigeerd. Afrikaanse landen gebruiken maar 11 procent verbeterde zaden. In het Midden-Oosten is dat 58 procent.(GL)