Waterkwaliteit nooit beter sinds begin metingen

De kwaliteit van het water in Vlaanderen is in de afgelopen 12 jaar nooit zo goed geweest. Dat blijkt uit het jaarrapport van de Vlaamse Milieumaatschappij dat donderdag is voorgesteld. Volgens de VMM waren de meetresultaten in 2002 de gunstigste sinds er in Vlaanderen structurele metingen naar waterkwaliteit worden uitgevoerd, met name sinds 1990. Een en ander heeft ook te maken met de overvloedige regen tijdens de zomermaanden van 2002.
11 september 2003  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:53
De kwaliteit van het water in Vlaanderen is in de afgelopen 12 jaar nooit zo goed geweest. Dat blijkt uit het jaarrapport van de Vlaamse Milieumaatschappij dat donderdag is voorgesteld. Volgens de VMM waren de meetresultaten in 2002 de gunstigste sinds er in Vlaanderen structurele metingen naar waterkwaliteit worden uitgevoerd, met name sinds 1990. Een en ander heeft ook te maken met de overvloedige regen tijdens de zomermaanden van 2002.

Het mag in 2002 dan weliswaar niet veel harder geregend hebben dan het jaar voordien, de neerslag was wel meer gespreid. Zo regende het tijdens de zomermaanden meer, zodat er meer zuurstof in de waterlopen zat en het afvalwater verdund werd, met lagere concentraties van verontreinigende stoffen tot gevolg, aldus de VMM. Milieuminister Ludo Sannen relativeert de invloed van het weer enigszins en wijt de verbetering van de waterkwaliteit ook aan de saneringsplannen van de overheid. "Ik ben verheugd", zei hij donderdag, "niet omdat we zijn waar we moeten zijn, maar omdat de cijfers aantonen dat het gevoerde beleid vruchten blijkt af te werpen."

Wat de biologische kwaliteit van onze waterlopen betreft, scoort 29 procent van alle meetpunten "goed" of "zeer goed". Als criterium geldt de mate waarin ongewervelde dieren voorkomen in de waterlopen, want die zijn een goede indicatie voor de biologische kwaliteit.

De Europese Kaderrichtlijn stelt dat tegen eind 2015 alle oppervlaktewateren in een goede ecologische toestand moeten verkeren. Dit betekent dat ons oppervlaktewater een hoge biodiversiteit zal moeten bereiken en dit niet enkel wat ongewervelden betreft, maar ook op het vlak van vissen, waterplanten en kleinere organismen. De behaalde 29 procent is lang niet voldoende. Uit het visbestand blijkt bijvoorbeeld dat er in het algemeen nog weinig diversiteit is qua soorten en dat dominante soorten zoals de stekelbaars onze waterlopen monopoliseren.

Een andere waardemeter is de vervuiling door nitraten, zware metalen, bestrijdingsmiddelen, PAK's en MAK's (poly- en mono-aromatische koolwaterstoffen). Terwijl in 1990 nog 20 procent van alle meetpunten "zwaar verontreinigd" bleek, is dat in 2002 minder dan 1 procent. Het aantal verontreinigde meetplaatsen is tegenover vorig jaar globaal afgenomen en vandaag is in een kwart van de gevallen de zuurstofhuishouding in de waterlopen "gunstig" tot "zeer gunstig". Een positieve evolutie, maar er is in Vlaanderen zeer weinig oppervlaktewater dat op alle fysisch-chemische parameters goed scoort.

Problemen zijn er onder meer met de nitraatverontreiniging, vooral in West-Vlaanderen (IJzer- en Leiebekken). De nitraatconcentraties in Vlaanderen lagen enkel in 1990 en 1995 iets lager. Intensieve veehouderij en soms ook tuinbouw blijven de belangrijkste oorzaken. Het is echter te vroeg om nu al het laatste MAP opnieuw te evalueren, stelt minister Sannen.

Op het vlak van bestrijdingsmiddelen wordt een status quo vastgesteld. In meer dan 50 procent van de metingen worden diuron, atrazine (maosteelt), glyfosaat en AMPA aangetroffen. Wat betreft PAK's en MAK's is er veel instroom via grensoverschrijdende waterlopen, vanuit Frankrijk, Wallonnië en Brussel. In vergelijking met 1999 en 2000 zijn er voor PAK's minder "zwarte punten" gevonden (met zeer hoge concentraties), maar de PAK's-norm werd nog altijd overschreden op 33 van de 42 meetplaatsen.

De industrie levert inspanningen voor de verbetering van de waterkwaliteit - de zwaarste belasting komt van de chemie en voedingsindustrie - en minister Sannen wil voor de komende jaren ook blijven ijveren voor een gescheiden rioleringsstelsel. Te grote verdunning van het afvalwater door vermenging met regenwater vermindert de efficientie van de zuiveringsinstallaties. Dit jaar werden 50 miljoen extra subsidies vrijgemaakt voor de aanpak van dit probleem.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek