Wat zijn de voordelen van tussenvanggewassen?
nieuwsTussenvanggewassen zijn vanggewassen die tussen de hoofd- en de nateelt worden ingezaaid. Het inzaaien ervan lijkt overbodige moeite want waarom zou je investeren in een groenbedekker die niet meetelt voor je doelareaal? Het juiste tussenvanggewas inzaaien op het geschikte moment levert volgens de Begeleidingsdienst voor Betere Bodem en Waterkwaliteit (B3W) een scala aan voordelen op voor zowel de omgeving als de landbouwer.
Voordelen van een tussenvanggewas
Het inzaaien van een tussenvanggewas biedt voor zowel de boer als voor de bodem en biodiversiteit enkele voordelen. Het vanggewas verhoogt de kans op een lager nitraatresidu. Na de oogst van de hoofdteelt vormen oogstresten op de akker stikstof, dat door het vanggewas kan opgenomen en benut worden. Stikstof wordt zo vastgehouden in de plant, tot die op zijn beurt wordt ingewerkt en de stikstof weer vrijgeeft aan de volgteelt. Hierdoor kan de landbouwer kunstmest uitsparen bij de volgende teelt. Een ander voordeel is dat een vanggewas ook het onkruid onderdrukt in de periode tussen hoofd- en nateelt. Een heel belangrijke functie van tussenvanggewassen is dat ze het bodemleven verrijken en stimuleren. Doordat in dezelfde periode een grotere variatie aan teelten wordt ingezaaid, zal zich ook een grotere variatie bodemleven ontwikkelen. Dat resulteert in meer biodiversiteit zowel bovengronds als ondergronds.
Het beste moment om een tussenvanggewas in te zaaien
Het beste moment om een tussenvanggewas in te zaaien is de zomer. In tegenstelling tot de winter kent de zomer meer zonlicht, meer zonuren en hogere temperaturen. Om die reden kan een vanggewas in de zomermaanden en in het najaar dus veel sneller groeien dan in de winter. Wanneer op het juiste moment gezaaid wordt, zal volgens B3W het tussenvanggewas in ongeveer zes weken tijd voldoende mooi ontwikkeld zijn. Een vanggewas dat flink uitgroeit, bouwt meer koolstof op en de wortels kunnen dieper rijken. Een diepere doorworteling is gunstig voor de bodemstructuur en het bodemleven. Daarnaast houden die wortels de bodem ook goed vast, wat de kans op erosie vermindert.
Keuze van het tussenvanggewas
De inzaai van een tussenvanggewas gebeurt best zo snel mogelijk na de vorige teelt. Bij de keuze van het vanggewas is het aangewezen om de ontwikkelingstijd in overweging genomen. De voorkeur gaat uit naar vanggewassen, of mengsels van vanggewassen die zich snel ontwikkelen. Zo kan in een korte periode zoveel mogelijk koolstof worden opgebouwd. De soorten die in aanmerkingen komen als snelgroeiende groenbemesters zijn bijvoorbeeld facelia, gele mosterd, bladrammenas en (Japanse) haver.
Na wintertarwe kan je voor de inzaai van de groenbemester een diepe grondbewerking doen op plekken die verdicht zijn. Die bewerking gebeurt best in droge omstandigheden. Het vanggewas dat erna wordt ingezaaid, zorgt ervoor dat de opengetrokken bodem niet terug invalt. Sommige gewassen verdragen zelfs een diepe grondbewerking nadat ze werden ingezaaid, zoals gele mosterd. Die groenbemester groeit zelfs opnieuw bij schade. Het inzaaien van gele mosterd als tussenvanggewas is af te raden wanneer er kolen in de rotatie zitten. Dat kan eventueel ziekten veroorzaken. De inzaai van gele mosterd is een beter idee bij graan na graan, aardappelen na graan of bij gras na vroege aardappelen.
B3W benadrukt wel dat tussenvanggewassen niet in aanmerking komen als ‘vanggewas’ voor de mestwetgeving. Vanggewassen tellen pas mee voor de mestwetgeving als ze op het veld blijven tot en met: 15 oktober op zware kleigronden; 30 november op percelen in de leemstreek; 31 januari op de overige percelen.
Overtuigingsvelden
B3W voert ook dit jaar in samenwerking met twee landbouwers enkele proeven met vanggewassen uit. Na de oogst van erwten wordt er op een perceel van landbouwer Alain De Brue in Nossegem een ‘overtuigingsveld’ aangelegd waarbij er een tussenvanggewas ingezaaid wordt, waarschijnlijk bladrammenas. Hierbij zullen vooraf verschillende soorten bodembewerking toegepast worden, zodat aan de hand van een strokenproef de effecten van bodembewerking op de ontwikkeling van het tussenvanggewas vergeleken kunnen worden. Op het perceel zullen volgende technieken toegepast en vergeleken worden: schijveneg, diepwoeler, ondiepe bewerking met cultivator, diepe bewerking met breker en braak. Zowel de opkomst van de bladrammenas als de stikstofvrijstelling zal opgevolgd worden in 2024. Eind september zal een bezoek georganiseerd worden tijdens een uitwisselingsmoment en waarbij de resultaten van de proeven besproken zullen worden.
Op 1 oktober vindt een laatste uitwisselingsmoment plaats bij landbouwer Ronny Kindermans in Borgloon. Daar wordt het effect van een tussenvanggewas op het nitraatresidu en de opkomst en groei van de wintergerst die daarna op het perceel wordt ingezaaid bekeken. Wat is het verschil tussen de stroken waar de stoppel is blijven staan, of enkel grondbewerkingen werden uitgevoerd zonder zaai van een vanggewas? Bovendien staat ook een demonstratie van het inwerken van de groenbedekker voor die dag op de planning.
Meer over deze uitwisselingsmomenten vind je op de de website van B3W.

Beeld: B3W