Vorig jaar zijn 561 Vlamingen een landbouwactiviteit gestart
In 2023 telde de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) 561 startende bedrijven met landbouwactiviteit. Daarmee kent het aantal starters in Vlaanderen een stijgende trend. 2023 tekende in vergelijking met 2021 een stijging van 15 procent op, toen waren er 488 starters. Startende landbouwbedrijven zonder landbouwactiviteit zijn in dit cijfer niet opgenomen.
Of de positieve trend bij de starters in 2023 de neerwaartse trend van landbouwbedrijven in Vlaanderen tegenhoudt, is nog niet geweten aangezien er nog geen definitieve cijfers zijn van de stoppende bedrijven van vorig jaar. Al lijkt het weinig waarschijnlijk, afgaande op de cijfers en trends van de twee jaren ervoor. Volgens de cijfers die VILT van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij kreeg, startten in de periode 2021-2022 1.013 Vlamingen een bedrijf met een land – of tuinbouwactiviteit. Daartegenover staan 1.629 stoppers in Vlaanderen in diezelfde periode. Dit komt neer op 60 procent meer stoppers dan starters. Landbouwbedrijven die opgenomen zijn in de KBO, maar geen landbouwactiviteit hebben of particulieren die niet opgenomen zijn in de KBO, worden hier niet bijgerekend.
Positieve trend
Voor 561 landbouwers hinderde de stikstofcrisis in 2023 hun plannen niet om een landbouwbedrijf te starten, dat zijn er 73 meer dan het jaar ervoor. West-Vlaanderen kende het grootste aantal starters in 2023. Met 161 debutanten staat de provincie net voor Oost-Vlaanderen (143) en Antwerpen (95). Vlaams-Brabant telde 84 beginners en Limburg 78. Dezelfde rangschikking kan opgemerkt worden bij de gemiddelde cijfers van starters per provincie in 2021-2022.
Gemiddeld aantal starters per jaar (2021-2023)
0
152 West-Vlaanderen0
134 Oost-Vlaanderen0
93 Antwerpen0
70 Vlaams-Brabant0
71 LimburgVlaanderen kent trouwens niet alleen een positieve trend in de aantallen van startende ondernemingen, ook het aandeel vrouwelijke bedrijfsleiders neemt jaarlijks licht toe. In 2022 was één vijfde van de bedrijfsleiders een vrouw.
Stoppers
West-Vlaanderen is de provincie bij uitstek voor startende landbouwers, maar heeft daartegenover ook het hoogste aantal stoppers. Zo had de provincie een gemiddelde van 230 stoppende landbouwers met een KBO-opgenomen landbouwactiviteit per jaar in de periode 2021-2022. In Oost-Vlaanderen stopten dan weer gemiddeld 209 Vlamingen hun landbouwactiviteiten, Antwerpen kende een gemiddelde van 139 stoppers. Limburg en Vlaams-Brabant volgden op Antwerpen met respectievelijk gemiddeld 123 en 116 stoppers per jaar.
Gemiddeld aantal stoppers per jaar (2021-2022)
0
230 West-Vlaanderen0
209 Oost-Vlaanderen0
139 Antwerpen0
123 Vlaams-Brabant0
116 LimburgIn heel Vlaanderen zetten in 2021 en 2022 496 landbouwers hun akkerbouwactiviteit stop en 103 melkveehouders stopten met het runnen hun melkveebedrijf. Tegelijkertijd zijn er ook 296 landbouwers over de twee jaren heen een akkerbouwbedrijf gestart en openden ook 62 melkveehouders een melkveebedrijf. Vooral in Oost-Vlaanderen zetten akkerbouwers (150) hun bedrijf stop in 2021 en 2022. In West-Vlaanderen hebben 109 akkerbouwers hun bedrijf in die periode stopgezet. Beiden provincies kenden toen ook de meeste starters in de akkerbouw.
Vlaanderen telde in 2022 een totaal van 22.449 land- en tuinbouwbedrijven. Hiervan heeft 72 procent een beroepsmatig karakter. Deze bedrijven hebben een standaardoutput van minstens 25.000 euro. In 2012 waren er nog 25.217 land- en tuinbouwbedrijven. Het aantal bedrijven is ten opzichte van 2012 met bijna 11 procent teruggelopen of een daling van gemiddeld 1 procent per jaar.
Beeld: Tim Vandevelde